Het wethouderschap te Valkenswaard deed me nadenken over de situering van het cultureel erfgoed in de gemeente en de mogelijke betekenis daarvan als belevenswaardig steunpunt. Een verkenning uit 1979.
Museum Van Gerwen Lemmens
Graag geziene gast bij de familie Van Gerwen aan de Leenderweg. Een gewoon winkelpand wordt herboren als een Brugse priorij: het Museum van Gerwen Lemmens. Na Vaticanum II beleeft de kerk een nieuwe beeldenstorm. Nu van binnenuit. Wim van Gerwen blijft de bevlogen vroomheid van de beelden erkennen. Redt en vangt op van wat beschikbaar komt. Politoert, restaureert, koestert en bewaart. Hij zet ze in een sfeervolle museumruimte met doorkijkjes en strijklicht. Een paar helrode appels in een koperen schaal op oud hout. En verhalen. Wim is een begenadigd verteller. Tineke en Henk treden in zijn voetsporen. En vertellen. De glans van de verzameling wordt gekoesterd door moeder. Er staat een prachtige Sint Nicolaas. Een laatgothisch juweel uit de 15e eeuw (vermoedelijk atelier Jan Borman uit Brussel). Ik zoek mijn heilige vaak bij hen op. De gemeente spreekt met Wim van Gerwen. Hij spreekt met de gemeente. Het schiet niet echt op. Zo maar een keer kwam ook “de Bunker” op Geenhoven ter sprake.
Kempendomein de Ghinhoeve
Vanuit de vrije hand schreef ik, op verzoek van Burgemeester en Wethouders, de nota “Kempendomein de Ghinhoeve” (20 september 1979). Ten dienste voornamelijk, van de discussie over de toekomstige bestemming van het Bunker-komplex aan de Waalreseweg in Valkenswaard. Gelegen op een bruto-kavel van 3 hectaren, met een bebouwd oppervlak van 900 m2 over meerdere etages. De architectuur doet herinneren aan een forse boerenhofstede, niet vreemd aan de oude brink van het gehucht Geenhoven. Ten aanzien van veiligheid, konditionering, duurzaamheid en stijl is de bouw geschikt voor een museale bestemming. Een weergave van de nota.
Kruisvensters
De stichting Museum Valkenswaard met haar valkerijcollectie en sigarennijverheid is op zoek naar een goede huisvesting. Voor de geschiedenis van het plaatselijke gildewezen wordt evenzeer een platform gezocht. De buitentuin, de boerenhof van de Ghinhoeve, zou verrijkt kunnen worden met seizoensgevoelig natuurbeheer, een imkerij, beeldenexpositie en een greppelgracht rond het huis. Een oude herberg met beugelbaan vormt een passende meerwaarde. De mooie terra vloerbetegeling, zachtgetinte muren en lichtinval door de kruisvensters brengen het tentoongestelde tot zijn recht. Het städtisches Museum Schloss Rheydt en het Stadgeschichtliches Museum Düsseldorf zijn goede referentie-objecten ter bepaling van de gedachte.
Sint Nicolaas of een Valk
Een mooie nota. In 1980 word ik benoemd in Nistelrode. De nota bleef daarna de nota. De gesprekken met Wim van Gerwen ben ik blijven waarderen. De gemeente verwierf wel het Nicolaasbeeld, maar het bleef in bruikleen bij Van Gerwen Lemmens.
Na gedachtewisselingen binnen de gemeente Valkenswaard, werd begin jaren vijftig de vraag actueel of het oorlogswapen van 8 juli 1942 “met een valk”, weer vervangen zou moeten worden door het oude voor-oorlogse wapen van Sint Nicolaas. Ook in onze schoolkrant (De Kemphaan) werd daarover gediscussieerd, waarin ik me profileerde als aanhanger van de Sint Nicolaas-lobby. Gelukkig werd op 10 februari 1954 het gewenste wapen bij KB in ere hersteld, met het contraseign van de minister Beel van Binnenlandse Zaken. Vanaf dat ogenblik vulde mijn archief en boekenrij zich in toenemende mate met prenten, boeken en artikelen van de gemeentepatroon.
Toch niet Eleutherius!
Bij mijn afscheid als wethouder, werd mij door het gemeentebestuur een bij Van Gerwen Lemmens verworven 18e eeuwse ingewassen pentekening geschonken. De conservatrice van het museum tekent bij de prent het volgende aan. Waarschijnlijk is sprake van St. Nicolaas, die de drie gekroonde hoofden op een reliekhouder draagt. Een verwijzing naar drie jongelingen of drie maagdelijke dochters, de kinderen van de verarmde edelman. Nader bezien zou het ook bisschop Eleutherius van Keulen kunnen zijn, met het schrijn van de Drie Koningen. De legende verhaalt hoe deze bisschop het reliekschrijn vanuit het Oosten liet overbrengen naar Keulen. Zij dateert de voorstelling op het laatste kwart van de 18e eeuw. De prent is in de Zuidelijke Nederlanden vervaardigd op papier met inkt, ingekleurd met waterverf.
Renaat van der Linden
Het dilemma is door mij voorgelegd aan Renaat van der Linden, Nicolaaskenner bij uitstek. Getuige ook zijn standaardwerk “Ikonografie van Sint-Niklaas in Vlaanderen (1972)”. In zijn brief van 20 augustus 1992 reageert hij. Hij biedt mij zijn oprechte felicitaties aan. Het is de enige voorstelling van de bisschop hem dusdanig bekend. Een poging tot verklaring van de kronen zou zijn, dat Sint-Niklaas aan de drie meisjes van de arme edelman een bruidschat biedt, zodat ze zouden kunnen trouwen.
Dit artikel is onderdeel van de in 2007 gepubliceerde bundel Late Haver.
Ga naar: Afscheid van Valkenswaard
Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.
Geef een reactie