Het sprookje ‘De Peelkabouters van Horst’ werd door Romé Fasol in 1997 geschreven. Van 1997-2014 werd de Geluksboodschap van het sprookje uitgedragen door Stichting De Peelkabouters.

De Stichting zamelde geld in voor goede doelen die bijdragen aan het dagelijks geluk van (vooral) zieke kinderen. Per 1 april 2015 is de stichting opgeheven. Wat blijft is het sprookje met z’n geluksboodschap:

‘Geluk zoeken heeft alleen maar zin, als je het doet voor elkaar en niet om het gewin’

Foto: Carola Fasol

Update oktober 2024:

Op 26 oktober onthulde Romé Fasol, auteur van het sprookje en oud-burgemeester van Horst, een plaquette bij de beeldengroep van ‘De Peelkabouters van Horst’. De beeldengroep verbeeldt het sprookje dat hij in 1997 schreef.

De beeldengroep verbeeldt, als ‘Kunst voor kinderen’, het sprookje van gelukskabouter Wijsneus in 17 bronzen beeldjes.

In februari van dit jaar plantte de Gemeente Horst aan de Maas een ‘klimaatboom’ tussen de beeldengroep. De klimaatboom staat symbool voor het streven naar een klimaatadaptieve inrichting van de bebouwde omgeving.

In overleg tussen de gemeente en de auteur Romé Fasol, is de opstelling van de beeldengroep aangepast. Voor hem was in ieder geval van belang dat de beeldengroep bestemd blijft als ‘Kunst voor kinderen’, dat de groep een eenheid vormt met de Peelkabouter als hoofdfiguur, dat ‘Kunst voor kinderen’ inhoudt dat de beelden bereikbaar en beklimbaar blijven voor kinderen; en dat beplanting rondom de beeldengroep zich hiermee moet verdragen.

Dat is in de nieuwe opstelling mooi gelukt. Wij zijn gelukkig met het eindresultaat.

 

Peelkaboutersprookje

Het verhaal van de Peelkabouters is een sprookje uit een ver verleden. Het speelt in de tijd dat er in De Peel nog gewoon Peelmannekes en Peelvrouwkes rondliepen. Ze woonden in nette woninkjes, bij tuintjes waarin paddestoelen rijkelijk groeiden.

Ze bakten zoete broodjes en in hun voorraadkamertjes bewaarden ze champignonpasta en kabouterwijn. Ze leefden daarom erg tevreden. De Peelmensen waren blij met hun Peelkabouters.

In hun kleine behuizingen zaten nette voordeuren, gemaakt van gevlochten biezen. En achter die voordeuren had je meteen een woonkamertje met een piepklein alkoofje. Daarin sliepen ze bij elkaar.

De mensen van toen wisten best wel dat er Peelmannekes waren. Kabouters zijn namelijk erg spraakzaam als je ze tegen komt. Luide stemmetjes klinken op in hun fleurige tuintjes. Voor ze afscheid van je nemen, maken ze altijd een deftige buiging en zeggen dan “Hoi-je”. En aan de Brabantse kant van De Peel toont men zijn wellevendheid door “Hou-doe” te zeggen.

De Peelmensen waren erg blij met hun kabouters. Ze kregen er lekkere en voedzame paddestoelen van. De wijsheid en goedheid van die kleine Peelmannekes en Peelvrouwkes betekende veel voor de grote mensen.

IMG_0078

Op een avond na een heerlijke zonnige zomerdag ontstond er echter onenigheid met een paar uit de kluiten gewassen gelukzoekers uit het dorp. Die hadden gehoord dat Peelmensen welvaart en tevredenheid dankten aan kaboutervoedsel dat in De Peel verborgen lag.

Je zag overal onrustige gelukzoekers en hier en daar kringelde de rook omhoog tussen de struiken. De paddestoelenhofkes werden vertrapt. Er brak een tijd vol rampspoed aan. De Peelkabouters waren triest gestemd en wilden wegtrekken uit De Peel. In verslagenheid kwamen ze bijeen met de Heer van Horst.

Die ging op een nevelachtige herfstavond met zijn raadgevers in het geheim naar de plaats die bekend stond als de Elfenbank. Het was deemsterig weer, de nevel lag laag over de velden en de maan bescheen spinnerag dat zwaar hing onder de dauw.

In de stilte van de avond schraapte de baas van de Peelmannekes zijn keel. Hij streek over zijn lange witte baard en snoot plechtig zijn neus in een mooie zakdoek. Toen stond er een Peelmanneke op die Kabouter Wijsneus heette. Hij legde zijn vinger tegen zijn neus en keek rond. “Ik heb een voorstel”, zei hij. Het was een historisch moment. Vele eeuwen later zouden de mensenvaders en -moeders en kaboutervaders en -moeders het nog aan hun kinderen doorvertellen.

In het geïllustreerde sprookjesboek ‘De Peelkabouters van Horst’ lees je er alles over. 

De boeken zijn verkrijgbaar in boekhandel Bruna te Horst, Museum De Locht en bij  VVV, Steenstraat te Horst.

Horstenaar Jan van Teng heeft bovendien een prachtige dialectversie gemaakt “De Pielkebouters van Hors”.

Peelkabouters2

Gesprek met Romé Fasol over het ontstaan van het sprookje

Kunst voor kinderen op het Horster Erf

De ‘bronzen paddestoelen’ van Horst! Wie kent ze niet? Je ziet ze op het Horster Erf: grote en kleine. Jong en oud kijkt ernaar. Ze nodigen de kinderen uit om er even op te gaan zitten en uit te puffen van hun zoektocht door het leven. Op weer andere padddestoelen kunnen zelfs kinderen niet zitten. Ze zijn er om de Peeldieren te dienen, die op hun ‘uitkijkposten’ reikhalzend naar ons kijken. Het lijkt wel of ze er al eeuwen staan.

Het sprookje van gelukskabouter Wijsneus staat er uitgebeeld in 17 bronzen beeldjes. Ze staan nu op het Horster Erf (naast de Lambertuskerk). De beeldengroep werd ontworpen door beeldend kunstenaar Joep Nicolas van Ronckenstein (Reuver) en gegoten bij de Koninklijke Eijsbouts te Asten.

IMG_0080

De beeldjes toegelicht:

Een Padden-stoel

Op een Limburgse stoel zit een wonderlijk creatuur. Lui en welvoldaan leunt hij achterover. Hij is hier verzeild geraakt, eigenlijk verdwaald uit de paddentrek in De Peel. En wat is het nou: een padden-stoel of een padde-stoel?

Hanekamzwam

De hanekamzwam behoort tot de familie van de delicate en kleurrijke cantharellen. Trots en fier kijkt deze haan over het Horster Erf. Klaar om te springen als er iets valt te scharrelen. Hij zit een beetje verwaand en erg zelfbewust boven op een paddestoel. De haan weet immers dat je met goeie vette kuikenmest de beste compostaarde voor de champignonteelt krijgt.

Kabouter Wijsneus

Kabouter Wijsneus is de hoofdpersoon uit het sprookje. Hij was het die in de legende even zijn hand opstak om een goed voorstel te doen. Hij bedacht de geluksboodschap voor de mensen in De Peel. Er wordt beweerd dat als je hem over zijn neus aait, je een warm gevoel van binnen krijgt. Dat is een duidelijk bewijs, dat de geluksboodschap nog steeds niet is uitgewerkt! Het dier dat achter hem zit, is het haasje. Hij wil van de sokkel afspringen en terugrennen naar Venray. Want daar komen de Piëlhazen immers vandaan!

Twee keer drie Paddestoelen

Rondom deze zit-paddestoelen springen jonge padjes in en uit de ondergrond. Sommigen zijn zelfs ongegeneerd aan het vrijen! Op een regenachtige nacht, heeft iemand gezien, gebeurt dat ook in het echt. Op de zes paddestoelen staan natuurlijk weer zes woorden uit de geluksboodschap.

Zwamvis

Een prachtig gevormd kunstobject. Is het een zwam of een vis: je weet het nooit. Je kunt wel je oor even tegen zijn mond leggen, dan hoor je in elk geval zijn gezwam. En als je niks hoort, hoor je vlug genoeg weer je eigen gezwam.

Wijze Uilenzwam

Waarlijk een schoonheid. Prachtige ogen, een waardige schedel. Met zo’n voorkomen zou je politicus kunnen worden. Of hoofdfiguur uit de fabeltjeskrant!

Kabouterwoninkje

Een beeld uit het dagelijks leven van het kabouterbestaan. In het woninkje zijn kaboutermannekes en kaboutervrouwkes bezig bedden op te maken in het alkoof en doende met de inmaak van champignonpasta.

Kabouterontbijt

Ja, wat eten kabouters zoal? Meestal iets à la carte met champignons. Zoals je ziet, eten ze netjes met mes en vork. En ook een servet wordt niet vergeten.

Kabouterhofke

Een herfstbeeld. Het hagedisje kruipt nieuwsgierig rond een stronk van de berenklauw. En in de herfstlucht groeien de paddestoelen als kolen.

Eekhoorntjesbrood

Het smakelijke eekhoorntjesbrood staat bekend om zijn nootachtige smaak. Ludiek bedacht is het, om er een eekhoorn van te maken, die er met een paar boterhammen op zijn kop vandoor gaat. Waarschijnlijk een restant uit een nabij gelegen bakkerij.

Ridderzwam

De geurige, maar giftige ridderzwam spreekt tot de verbeelding. We voelen ons plots weer verbonden met de reeds lang verdwenen ridderschap van kasteel Ter Horst in de Kasteelse Bossen.

Satansboleten

En tenslotte zijn er nog de bitter-zure satansboleten. Die zijn echt niet eetbaar! Er kruipt ook nog zo’n venijnig monstertje onder vandaan. Maar, als we goed opletten, zien we dat ook de gevaarlijkste situaties goed “in de hand” worden gehouden.

IMG_0076

Stichting De Peelkabouters

De Stichting werd opgericht en notarieel bevestigd op 21 november 1997. In de ruim 16 jaren van activiteiten is veel tot stand gebracht voor de goede doelen. De dank voor de ruimhartige steun die de Stichting ontving van sponsors, heeft de Stichting steeds vorm gegeven in het zogenaamde Peeldebat. Een samenkomst in voor- en najaar in Herberg de Morgenstond in Griendtsveen. ‘Bekende Nederlanders’ brachten er een gedachtewisseling op gang over het ondernemersklimaat in Zuid-Oost Nederland. Nu reeds vond 28 maal dat Peeldebat plaats. In de beginjaren gaven mensen als Jeu Sprengers, Camille Eurlings en Hans van Breukelen acte de présence. Recent waren dat onder andere Twan Huys, gouverneur Theo Bovens, Camille Oostwegel en Caroline Kortooms, directeur van Attractiepark Toverland. Het aantal sponsors die financiële of materiële hulp gaven beloopt in al die jaren constant zo’n 60 namen.

In de beginjaren, maar onverkort tot op heden, voelde de Stichting zich verbonden met Cliniclowns. Voor hen en voor een 25-tal overeenkomstige goede doelen tot zelfs in India, bracht de Stichting met een voortreffelijk team sponsors maar ook met sponsors in natura zo’n € 350.000 bijeen. Dat is nu geschiedenis geworden. Maar het sprookje blijft bestaan. Dat zie je zó, als je bij de beeldengroep staat.

Kinderen kunnen erbij klimmen en er doorheen lopen op zoek naar de woorden op de kunstwerkjes. Op ieder beeld staat één woord. De 17 woorden tezamen vormen de geluksboodschap van kabouter Wijsneus, die luidt:

“Geluk zoeken heeft alleen maar zin,

als je het doet voor elkaar en niet om het gewin”.

En zo is dat!

De illustraties bij dit artikel en in het sprookjesboek “De Peelkabouters van Horst” werden gemaakt door Jan Althuizen.

Illustratie: Jan Althuizen

Illustratie: Jan Althuizen