English

English

Het onderstaande verslag van de laatste dagen van Wim Fasol is samengesteld uit brieven die de familie ontving vanuit Sumatra ten tijde van zijn overlijden. 

Op 15 november schrijft Wim aan Romé en Tilly. Hij zegt dat zijn gezondheid goed is. Hij voelt zich fit. Hij staat iedere dag om 5 uur op en gaat dan 40 minuten wandelen na gedoucht te hebben. Dan wat meditatie. Heilige Mis om 6.30 uur en bidt dan zijn officie. Om 7.30 uur zit hij aan zijn ontbijt. Een bordje havermout en 2 sneetjes tarwebrood. Dan diverse werkzaamheden: spreekkamerwerk, armenbezoek, les aan 19 zuster-novicen, conferenties voor Japanse zusters, bijbelclubs  en wijkbijeenkomsten. Twee maal daags brengt bij een kort bezoek aan de kapel voor gebed. Om 12.30 middageten, gevolgd door een siësta tot 15.00 uur. Avondboterham om 18.30 uur; 21.30 is het bedtijd. Op woensdag heeft hij zijn vrije dag. Zijn hart doet het goed. De buik is, zoals altijd, onrustig. Hij laat moeder groeten. En hij laat Tilly’s moeder groeten. Zij loopt tegen de  90 jaar en hij zegt: “Dat haal ik nooit”.
(Brief 15.11 Wim aan broer Romé)

Op zondag 18 november viert Kabanjahe het 450 jarig bestaan van de katholieke kerk in Indonesia en tegelijk het 45 jarig bestaan van de Missie in de Karolanden. Wim viert, samen met mede-missionaris Max Brans, de herdenkingen welgemoed mee. Dan, een paar dagen later, komt er een vervolgbericht.



Naar gewoonte staat hij vrijdag 23 november 1984 om 5 uur in de morgen op. Hij voelt zich niet helemaal in orde en neemt een pilletje onder de tong. Zuster Catharina, een Japanse zuster die naast de pastorie woont, brengt hem naar het Elisabethziekenhuis. Hij praat na korte tijd weer als vanouds. Om 6.30 uur ligt hij op de afdeling in bed. Rond 7 uur ontstaan nieuwe moeilijkheden. Een ernstige aanval, medicatie helpt niet. Op de intensive care blijkt het hart niet meer te activeren. De bisschop wordt gewaarschuwd. Kort na 8 uur sterft hij terwijl de bisschop hem de ziekenzalving toedient en de laatste gebeden uitspreekt.
(Brief 24.11 Max Brans aan moeder en familie)

Het nieuws loopt als een vuur door Medan en de Karolanden. Er volgt een nachtwake in de volle kerk van Hayam Wuruk. Het is de gehele nacht een komen en gaan van biddende mensen. Ook houden alle wijken om beurten een dodewake. Om zes uur concelebreren de 18 priesters van Medan een Eucharistie. Zaterdagmiddag wordt om 12 uur de uitvaartdienst in Medan gehouden. De aartsbisschop gaat voor, geassisteerd door een groot aantal priesters. Er wordt een brief voorgelezen van Wim aan de mensen van de Karolanden, waarin hij hen zijn laatste vermaningen geeft, omdat hij had aangevoeld dat zijn einde nabij was. De bisschop prijst zijn grote ijver, inzet en toewijding voor de Karonezen. Het is bewonderenswaardig wat hij gepresteerd heeft ondanks het vele getob met zijn gezondheid. Een groot missionaris is van ons heengegaan, zegt de bisschop. Onder zijn leiding zijn de Karolanden een vruchtbaar missiegebied geworden.
(Brief 28.11 Elpidius van Duijnhoven aan moeder en familie)

Na de dienst wordt Wim door een grote schare Karonezen terug naar Kabanjahe begeleid. Aartsbisschop Pius Datubara is ontroostbaar. Maandagmorgen om 12 uur begint de uitvaart in aanwezigheid van de gouverneur Bupati Tanah van de provincie Karo. De dodendansen volgens de Karo-adat vinden ononderbroken plaats vanaf zondag tot maandagmiddag 2 uur. De bisschop en de concelebranten voltooien de dans.
(Brief 23.11 Pater Wiro, mede namens aartsbisschop Datubara, aan moeder Fasol)

Het is in Kabanjahe overweldigend: duizenden mensen zijn op de been. Velen, ook mannen, kunnen hun tranen niet bedwingen. “Pastor Lisi” was iemand met uitzonderlijke talenten op pastoraal gebied; hij was zeer bemind bij de mensen. Voor de Kerk van Medan is zijn dood een heel groot verlies.
(Brief 29.11 Provinciaal Gonzalvus aan André)

Bij de plaats waar Wim in Kabanjahe lag opgebaard, komen twee melaatse mannen naar mij toe en vragen dringend een brief te schrijven aan de moeder van Lisi, om te zeggen dat de melaatsen van Lau Simomo dankbaar zijn voor de belangstelling en hulp die zij steeds van Wim hebben ontvangen. Hij deed wat hij kon om hun lijden te verlichten. Hier denk je aan het woord van Jezus: “wat je aan de minsten van de mijnen gedaan hebt, dat heb je aan Mij gedaan”.
(Brief 28.11 Elpidius van Duijnhoven aan moeder en familie)

Het begrafenisritueel begint in een groot gebouw, een soort cultureel centrum, “Balai Kota” genaamd. De bisschop en alle pastores worden genodigd deel te nemen aan een adat-dans om daarmee rouw uit te drukken met het grote verlies van een geliefde herder. De dans wordt begonnen door een afgevaardigde van de katholieke gemeenschap. Deze opening wordt beantwoord door de bisschop namens de aanwezige pastores. Daarna wordt het lichaam overgebracht naar de kerk. De kerk is al helemaal vol, alleen het lichaam kan over het middenpad binnengebracht worden. Buiten staan nog eens 4 à 5 keer zoveel mensen die via luidsprekers de dienst volgen. De dienst wordt geleid door de aartsbisschop, de provinciaal, de superior en zijn vrienden de paters van Duijnhoven en Max Brans. Er zijn tekstboekjes, alle gezangen worden massaal meegezongen. Op verzoek van de bisschop houdt Max Brans de preek. Samen hebben ze van de 23 jaren missie-arbeid, 19 jaren samengewerkt en elkaar gesteund. De plechtigheid duurt twee uur. Half vijf trekt de begrafenisstoet de kerk uit. De lijkkist wordt vastgemaakt aan twee lange  bamboepalen van ongeveer 10 meter lengte en wordt gedragen door 24 parochianen en jonge pastores. De aartsbisschop met mijter en staf is de eerste die in de rouwstoet voorgaat. De stoet door Kabanjahe is naar schatting van Sjef van Laarhoven 800 meter lang. Hij meent dat er meer dan 6000 zingende Karonezen meetrekken.  Wim wordt begraven op de begraafplaats voor kloosterlingen, nabij het landbouwproject, ruim 1 km buiten het centrum waarvoor hij in zijn sterke jaren ijverde, 23 jaar lang. Op het graf ontstaat een immense bloemenzee.
(Brief 27.11 Max Brans aan moeder en familie)

De graftekst luidt:

PASTOR LICINIUS FASOL GINTING ofm.cap.

TIBUH I VALKENSWAARD HOLLAND 25.10.1927.

IDILO DIBATA I MEDAN 23.11.1984.

Het verslag van Max wordt bevestigd door pater Sjef van Laarhoven, met wie Wim 16 jaar samenwerkte in dezelfde parochie. Anders dan Max Brans zegt Sjef dat Wim eigen opvattingen (!) had, maar dat hij met een gevoel van geluk op die 16 jaren terugkijkt.
(Brief 27.11 Sjef van Laarhoven aan moeder en familie)

De brief van 4 Karonese pastores en de parochiegemeenschap is ontroerend. Ze spreken van een wonderlijke gedachtenis, verborgen in het hart van zoveel doodsimpele mensen en in het hart van de melaatse mensen, waar hij zoveel van hield. Zij kwamen hun tranen vergieten bij het stoffelijk overschot van Pater Lisi. Een ontroerende ervaring. Hij is voor ons méér dan een vader geworden en méér ook dan een eigen broer. Bij het afscheid van zijn graf hebben we gebeden dat Lisi gelukkig mag zijn in het Huis van de Vader. En een goede reis heeft naar die plaats van Geluk. Een innige groet van ons allen, van de melaatsen en van alle inwoners van stad en streek.
(Brief 28.11 Pastor Simon Sinaga e.a. aan moeder en familie)

De vader van Genin Ginting stuurt als voorganger in de Statie Suka een condoleance. De statie stuurt moeder een adatdoek om haar tranen te drogen, in het Karonees “sapu iluh” ofwel “tranendoek” genoemd, in de hoop dat de Heer u allen moge troosten.
(Brief 26.11 namens de familie Ginting aan moeder en familie)

Nagedachtenis in Valkenswaard

De plechtige Eucharistie voor zijn nagedachtenis wordt gevierd in de Mariakerk te Valkenswaard op dinsdagavond 27 november om 19.00 uur. Voorganger is de provinciaal van de capucijner orde Werenfried van Venrooy. Homilie door prof. Albuinus (Piet) Leenhouwers. Concelebranten: Pastoor André Fasol, missieprocurator Huub Boelaars, buurtgenoot augustijn José Geldens, emeritus Jan de Kroon, deken Janus van der Sande en pastoor Jos Biemans. Allen goede bekenden van de familie. Het tekstboekje wordt afgesloten met een tekst uit Wim’s brief:

Vrede en Alle Goeds. Het zit er weer op. Ik ga terug met een blij hart. Een hart vol blijde en aangename herinneringen aan zoveel goede mensen. Dank voor uw sympathie, uw gezelligheid, uw steun, uw bakske koffie. Hartelijke dank en Gods goede zegen. Tot ziens. Pater Wim Fasol.

Condoleances in Nederland van:

Gemeentebestuur Valkenswaard, burgemeester van Zwieten van Valkenswaard, Commissaris der Koningin in Brabant Dries van Agt, bisschop Jan Bluyssen (spreekt over de goede en getrouwe knecht), mgr Jan van Laarhoven, abt Ton Baeten, Wim van Gerwen (bidden voor Wim zal niet nodig zijn. Wij kunnen hem beter vragen dit voor ons te doen), emeritus aartsbisschop Ferrerius van den Hurk (was bij uitvaart), oud-neef rector  Loos, nichtje Maria Daris, Nelly en Karel, bevrijdingsvrienden George and Hilde uit Saffron Walden, Marinette en Hiasi uit Abtenau Oostenrijk en vele anderen.

Herinnering:

Op zijn 25 jarig priesterjubileum (12 augustus 1979) werd Wim voor één dag omhangen met de volledige adat kleding als koning van de Karo-landen: een ceremoniële ulos, gouden hoofdtooi, halsketting en armband en aldus met luister opgenomen in de Karo-stam. Het leverde een mooie foto op en een mooie herinnering.

Bloemlezing samengesteld door Romé Fasol.
26 januari 2016.

Ga naar: Mijn dappere broer Wim

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.