Daar deze boer ons meedeelde, dat hij voor lange tijd ons ook geen onderdak kon verschaffen, stapte ik op de fiets, naar Mullem; daar woonden vele boeren, die wij zelf te Wanssum in ons huis als evacuee verzorgd hadden. Bij de weduwe Martens aldaar kon ik terecht, zodat wij de volgende dag ons boeltje weer pakten en nu per kar van Oploo naar Mullem trokken. Deze overtocht kostte wel 1 zak appelen, dertig gulden, zeker duur genoeg.
Wij installeerden ons nu te Mullem. Ons gehele gezin kreeg een afzonderlijke kamer, waar we allen konden slapen. Daar wij de familie weduwe Martens reeds zes weken te Wanssum onderdak en voeding verstrekt hadden, was de toestand vanzelfsprekend zo, dat wij in deze omgeving wel enig recht tot wederhulp mochten doen gelden. Deze mening was de familie Martens ook wel toegedaan. Onze ondervinding was echter weldra geheel anders. Men meende het zeker goed met ons, doch ons inziens ontbrak de intimiteit, de sfeer van gastvrijheid. Wij hadden nog vele kleine kinderen. In ons eigen huis te Wanssum konden wij deze kinderen ook de nodige ‘kinderlijke’ attenties, waaraan ook zeker het ‘kind in ballingschap’ behoefte heeft, bewijzen. Niets van dat alles. Dezelfde sobere, grove verpleging, waar de volwassenen in deze benarde tijd genoegen moesten nemen, was ook toebedeeld aan onze kleinen. Ik geef toe, dat dit wel niet als zodanig bedoeld zal zijn, doch men toonde geen warmte, geen begrip voor kindernoden.
Maandag 27 november 1944
27 november was een donkere en koude dag (max. 5,1°C) zonder zon. De lucht was onbewolkt, er was een matige wind (3 Bft).
Donderdag 30 november 1944 – zaterdag 2 december 1944
Intussen werd van 30 november tot 2 december zwaar gevochten in Wanssum. Het 2nd Battalion Royal Ulster Rifles voerde twee aanvallen op Wanssum uit. Een gedetailleerd verslag van deze gevechten is te vinden op de website van het bataljon:
‘Op 30 november om 5.00 uur ’s-ochtends begon de aanval met het doorknippen van prikkeldraad en het ontmantelen van enkele mijnen. Het was een heldere winderige nacht, en het maanlicht maakte de aanval riskant. Al snel na het bereiken van de eerste huizen werden de soldaten van twee kanten beschoten. De troepen kwamen niet verder. Een bevel tot terugtrekken bereikte de soldaten echter niet, omdat de commandant gewond raakte. De Duitsers brachten zo’n 15 gevangen Britten naar het veer. Naderhand vonden de Britten zes door Nederlanders begraven kameraden. Een andere compagnie die oprukte vanuit Blitterswijck had iets meer succes. De Duitsers hielden echter stand in het oosten van Wanssum. Op 1 december om 1 uur ’s nachts was de tweede aanval op Wanssum. Weer was de maan helder en het zicht was als bij daglicht. Het eerste bataljon werd na 300 yards onder vuur genomen door mitrailleurvuur. Er vielen 6 doden en 13 gewonden. Overstromingen bij Blitterswijck maakte de evacuatie van gewonden moeilijk, en vanaf de overzijde van de Maas werd ook geschoten. Zonder versterkingen van tanks zou het niet lukken, leek het. Op de ochtend van 2 december kwam een burger naar het hoofdkwartier in Meerlo melden dat de Duitsers terugtrokken over de Maas. Dit bleek waar en in de namiddag werd Wanssum ingenomen. Er waren aan Britse zijde ongeveer 70 doden gevallen.’

Bron: online krantencollectie van de Koninklijke Bibliotheek.
Zondag 3 december 1944
Blerick wordt bevrijd door eenheden van de 15e Schotse divisie.

Bron: www.anp-archief.nl.
Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.
Geef een reactie