Vrijdag 27 april is een dag als vele andere in de rest van de maand: koud voor de tijd van het jaar, maar niet erg slecht. Toch verlaat ik met een tas vol zomerkleren het huis. Bestemming Rome. Als een van de 23 familieleden en vrienden van.

Na een iets te lange treinreis (wisselstoring) kom ik toch niet als laatste op Schiphol aan, want daar blijken Leo en Toos, evenals bij de Griekenlandreis, voor een avontuurlijke noot aan de vakantie te hebben gezorgd: tas laten staan in de trein. Gelukkig kon die bij de eindhalte in Hoofddorp worden opgehaald zodat iedereen op de geplande tijd in het vliegtuig zit.

Iedereen die denkt dat je met een groot gezelschap, waarvan 40 % ouder is dan 65 jaar, een rustige vakantie tegemoet gaat, wordt uitgedaagd de volgende keer mee te gaan. Leo en Toos hadden met reisorganisatie SRC-cultuurvakanties een straf programma opgesteld, onder het motto ‘ze komen voor de cultuur, dan krijgen ze cultuur’.

Partner in crime was de onvolprezen Saskia, onze reisleidster, kunsthistorica, Italië-adept, Bernini-fan, professoressa, beschermelinge van Maria Goretti, gids met zakdoek uit uitschuifpen, de enige gids met vlag waar ik ooit gedwee achteraan heb gelopen. Elk hoekje in Rome kon ze van een verhaal voorzien, en dat deed ze ook vaak (wat, waarom, wanneer, van wie, en wat deed z’n vader).



Na aankomst in het hotel, na enkele kamerwisselingen en sanitaircheck en een half uurtje rust, gingen we meteen op pad, bestemming Santa Maria Maggiore. Met een paar lires onthult Leo de prachtige mozaïeken boven het koor. Volgende halte, de Santa Prassede, maar die is gesloten, een volgende keer beter. Dan maar eten bij Antonietta en Franco, vlakbij het Forum Romanum, maar dat krijgen we nog niet te zien. De helft gaat lopen terug, de andere helft met de metro, lopen moeten we nog genoeg.

Zaterdag om 7.00 uur op, zoals de meeste dagen. Vandaag is het Vaticaandag. Voor het Vaticaans museum staat een rij van ongeveer een uur, schat Saskia erg nauwkeurig, en ze laat aan ons de keus achteraan te sluiten of slinks voor te dringen. Vrijwel iedereen kiest voor beleefdheid. Het museum staat vol met kunst die we in die korte tijd waarschijnlijk niet genoeg op waarde kunnen schatten, met als hoogtepunt de (gerestaureerde) Sixtijnse Kapel (quiet please!). Ieder beleeft het in zijn eigen tempo, en we ontmoeten elkaar weer bij de Obelisk voor de Sint Pieter, om samen met Saskia de kerk te doen, meer indrukwekkend dan mooi. Ontelbare malen valt hier de naam van Bernini, en Michelangelo verdient een ereplaatsje voor zijn Pietà. Een wandeling naar de Engelenburcht en over de Engelenbrug is het culturele sluitstuk van de dag. Iedereen gaat op eigen gelegenheid eten. Bonappetito, Romé.

De zondag beginnen we op de Spaanse Trappen en vandaar gaan we dwars door Rome Iangs de Trevifontein, de San Ignazio met de anamorfose koepel (wat was dat ook al weer), de kerk van Saskia haar doctoraalscriptie, de Piazza Navona met Bernini-fontein en de kerk van St. Agnes, het Pantheon, de olifant met de obelisk, de gotische Santa Maria sopra Minerva, de Schildpaddenfontein, het Capitool met het ruiterstandbeeld van keizer Marcus Aurelius en met een uitzicht over het Forum Romanum. Daar slaat de vermoeidheid toe. Sommigen vinden het welletjes en gaan naar het hotel, anderen doen hun krachten op met een drankje op een terras in de schaduw. Met Leo loop ik daarna vanaf de zuil van keizer Traianus dwars over het Forum Romanum, via de boog van Titus naar het Colosseum: een soort privé rondleiding.

Het avondeten is bij Omar. En het wordt een avond die wij en Omar niet licht vergeten, een avond waarop gasten zelf de bestelling opnemen, brood en wijn serveren en uiteindelijk toch nog alles goed komt. Terwijl Omar een zingende familie het zwijgen probeert op te leggen met verwijzing naar een slapende bambino.

Maandag hebben we een herkansing in de Santa Prassede en dat blijkt de moeite waard: de kerk is vol met schitterende mozaïeken, vooral in de ‘tuin van het paradijs’. In de San Pietro in Vincoli blijkt het beroemde Mozesbeeld van Michelangelo net ingepakt voor restauratie. De San Clemente herbergt drie verschillende kerken boven elkaar.

Na enige strubbelingen (wel koffie, nog geen koffie) is het Colosseum het laatste officiële stukje cultuur in Rome. Daarna gaat ieder zijns weegs voor eten, rust, winkels of toch nog meer bezienswaardigheden. Leo leidt de onvermoeibaren langs het Circus Maximus, de Santa Maria in Cosmedin met de Bocca della Verità, de Ponte Rotto over de Tiber, enkele oudromeinse tempeltjes, de Janusboog en nog veel meer tot aan het Forum Romanum. Ikzelf pik tijdens een zwerftocht door de stad nog de Santa Teresa in extase mee.

Het eten is bij Mama in de Trattoria del Pallaro (Largo del Pallaro, vlakbij de Piazza Navona, rechts van de Sant’ Andrea della Valle, 06- 68801488). Het eten is zonder inspraak en zonder getreuzel, erg lekker.

Dinsdag vertrek uit Rome, een misverstandje bij de busonderneming kost een uur wachten. Onderweg op weg naar Sorrento doen we de catacomben van Callixtus aan en krijgen we een droogkomische rondleiding van de oude pater Van den Berg. Vervolgens ook nog de Villa Adriana in Tivoli, waar ieder op zijn gemak op onderzoek uitgaat.

Na een lange reis met veel file komen we verlaat in het hotel in Sant’ Agata sui due golfi, waar we meteen aan tafel mogen.

Woensdag is voor mij de grote verrassing: Paestum. De wonderlijk goed bewaarde Griekse tempels en een overvol museum met o.a. het Graf van de Duiker. Van Saskia moeten we ook beslist de Caprese (met echte mozzarella di buffalo) eten, en dat doen we braaf. Er blijft een middagje vrij in Sorrento over. Hier worden de meeste boodschappen voor het thuisfront gedaan.

Donderdag is gewijd aan Pompei. Een rondleiding door een Nederlandse archeologe die Pompeï op haar duimpje kent en zeer beeldend kan vertellen over hoe het geweest moet zijn. Als afsluiting in Napels een uur in het archeologisch museum, waar genoeg is voor een paar dagen (de fresco’s, de beelden, de mozaïeken, de geheime kamer). Een korte wandeling van het museum naar het centrum besluit eigenlijk het culturele deel van de vakantie.

’s Avonds is de laatste avond met Saskia, die door iedereen wordt toegezongen. Ook Leo en Toos worden in de dankbetuigingen niet overgeslagen. En als de familie eenmaal op dreef is met zingen kan het lang duren, en dat doet het.

Vrijdag terug naar het vliegveld. We zijn op tijd en kunnen onderweg nog even de Villa d’Este in Tivoli (tuin met waterpartij en) meepikken. Maar dan is het ook afgelopen. De truc van Saskia om lange wachttijden aan de balie te omzeilen mislukt, maar het valt allemaal mee. De laatste lires kunnen opgemaakt worden.

Het is wonderlijk, zo’n vakantie met zoveel familie en ook nog zo’n familie. De laatste dagen van de vakantie is er al nagedacht en gesproken over een nieuwe aflevering van Van Els on tour. Sicilië is geopperd en Zuid-Spanje (Andalusië), het schuift op naar het Westen. De meesten zullen wel weer meegaan. Wie volgt ons?

Wilbert

Dit artikel verscheen in Familiekrant Van Els, nr. 7, november 2001.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.