Uit onvrede met de koers van de partij, zegde ik met deze brief aan het partijbestuur na bijna 30 jaar mijn lidmaatschap van het CDA op.
Geachte partijbestuur, geachte heer Van Haersma Buma,
Met deze brief verzoek ik de ledenadministratie mij uit te schrijven als lid van het CDA. Ik richt deze brief aan de ledenadministratie, maar via u ook aan de heer Van Haersma Buma als meest prominente spreekbuis van de politieke koers van het CDA in de afgelopen jaren.
Dit valt mij niet gemakkelijk. In 1987, nog als middelbare scholier, werd ik lid en ik ben dit sindsdien altijd gebleven. Een groot deel van de afgelopen 29 jaar was ik ook actief lid. In ’s-Hertogenbosch en Gouda was ik in totaal 17 jaar afdelingsbestuurslid, 4x stond mijn naam op een kandidatenlijst voor de gemeenteraad en eenmaal was ik kandidaat voor Provinciale Staten. Ik heb campagnes voor de gemeenteraad geleid, programma’s mede opgesteld en fractieleden ondersteund. Ik deed deze zaken omdat ik mij thuis voelde bij het CDA. De nestgeur was die van ‘thuis’, de standpunten voelden vertrouwd, doordacht en juist. En de contacten met partijgenoten waren (en zijn) een genoegen.
Nog steeds vind ik de oorspronkelijke visie van het CDA op de samenleving – niet de markt, niet de overheid, maar groepen mensen die zelf de samenleving organiseren – het beste model. Ik vond en vind dat de etiketten links of rechts niet op mij van toepassing waren, en herkende dat ook in het CDA. Traditionele waarden vanuit een christelijke inspiratie, maar met een sociale en inclusieve opvatting over de samenleving, die samenhang wil bevorderen zodat iedereen zich betrokken voelt en zichzelf in het collectief herkent en erkend weet.
Maar in de laatste jaren is mijn onbehagen gegroeid. Voor het begin daarvan denk ik terug aan het congres in Arnhem op 2 oktober 2010. Met mijn voet in het gips, na een operatie, zat ik in de zaal met als doel te stemmen tegen de voorgestelde samenwerking met de PVV. Ik vond dat het gedachtegoed van de PVV diametraal tegenovergesteld was aan wat ik veronderstelde als de kernwaarden van het CDA: verbinding van de samenleving tegenover de opvatting dat een bepaalde categorie mensen er eigenlijk niet bij hoort. Ik was oprecht verbaasd dat er zoveel partijgenoten waren die de volmaakte tegenstelling tussen CDA en PVV-kernwaarden niet zagen, of niet als een probleem zagen. Ik bleef lid omdat ik vond dat ook een partij de kans moet hebben te leren van zijn fouten.
Helaas raakte de koers van het CDA steeds meer in de ban van wij/zij-denken, in plaats van inclusiviteit. De campagne van 2017 leidde ertoe dat ik voor de allereerste keer niet op het CDA stemde. De punten waarvan de partij kennelijk meende dat ze de kiezer zouden aanspreken werkten bij mij juist averechts: het suggereren dat de islam onverenigbaar met de Nederlandse identiteit, terwijl we zeker weten dat deze godsdienst nooit meer zal verdwijnen uit Nederland, staat gelijk met het aanrichten van langdurige schade aan de samenhang in onze maatschappij en is dus onverantwoordelijk.
Ik had ook willen stemmen op een partij die Europese samenwerking actief verdedigt. Ja, de Europese Unie kan beter, maar dat we op dit continent met elkaar samenwerken is voor bijkans geen land voordeliger dan voor het onze. Het draagvlak voor die samenwerking te verdedigen is een taak voor iedere verantwoordelijke politieke partij.
Ik voel mij persoonlijk niet aangesproken als de ‘gewone Nederlander’ zoals u deze beschreef in uw Schoolezing: ik voel mij niet ‘ontheemd’, integendeel, en al helemaal niet vanwege de aanwezigheid van mensen met een migratieachtergrond (die dan kennelijk ook geen ‘gewone Nederlanders’ zijn). Een dergelijke denkwijze leidt tot verdeeldheid in plaats van saamhorigheid. De Schoolezing was de reden dat ik het bestuur van CDA Gouda destijds verzocht mij af te voeren van de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. Stel dat ik hierover als kandidaat bevraagd was, bijvoorbeeld door de voetbalvader die zaterdags voor het team van zijn en mijn dochter vlagt als grensrechter, dan had ik hem werkelijk niet kunnen uitleggen wat hij dán nog moet doen om te zorgen dat wij ‘gewone Nederlanders’ ons eindelijk niet meer ‘ontheemd’ zullen voelen door zijn aanwezigheid. Dat het CDA de samenleving is gaan opdelen in mensen die er écht bij horen en andere categorieën die vooral niet teveel mogen opvallen, kan ik niet verdedigen.
Sindsdien is mijn onvrede slechts groter geworden. De uitlating dat het CDA het resultaat van het ‘sleepwet’-referendum bij voorbaat naast zich neer zou leggen was ook een grote ergernis. Zeker, we hebben bezwaren tegen het fenomeen referenda. Maar hier ging het eindelijk eens over een echt inhoudelijk relevant onderwerp –waarborgen voor burgers tegen de digitale macht van de overheid- dat bovendien vanuit de samenleving zelf was geagendeerd. Ik had graag van het CDA het vertrouwde staatsrechtelijke geluid gehoord, over het fundamentele belang van deze grondrechten. De in de samenleving levende zorgen over digitale grondrechten zo cynisch af te serveren was het CDA onwaardig.
Het geruisloze instemmen met de afschaffing van de dividendbelasting is een volgende in deze reeks. Een maatregel waarvoor geen enkel draagvlak is, enkel op verzoek van enkele multinationals: een onbegrijpelijke en onverantwoordelijke prioritering als je kijkt aan welke andere zaken dit geld allemaal zou kunnen worden besteed. Ook hier bleef mijn CDA stil.
Het oorverdovende gebrek aan empathie en barmhartigheid als het gaat om het kinderpardon (waarbij het gaat om maximaal slechts 400 ingeburgerde kinderen, hetgeen neergezet wordt als een nationale ramp) is echter de druppel. Wetten zijn er voor mensen niet andersom. Het vernietigen van jonge levens vanwege een juridische rechtlijnigheid, ontstaan door ónze wetgeving, is volstrekt immoreel. Het juiste antwoord zou zijn: barmhartigheid tonen en daarnaast zorgen dat wij zelf onze eigen asielprocedures op orde krijgen, voordat we nog meer slachtoffers maken. Het politieke optreden van het CDA druist hier tegen alles in dat ik sinds mijn opvoeding heb meegekregen en waar ik voor sta.
Alles overwegende kom ik tot de conclusie dat ik de kernwaarden van het CDA nog altijd van harte onderschrijf, maar deze niet meer terugzie in het dagelijkse politieke handelen van de partij. Omdat trouw aan beginselen zwaarder weegt dan trouw aan de partij, scheiden onze wegen.
Met vriendelijke groet,
Peter Fasol
Lidnr. 1263021 (sinds 1987)
Ga naar: De familie Baudet: een geslaagde vluchtelingenfamilie
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.