Fasol | Genealogie

Fasol logo

Print Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Treffers 1 t/m 50 van 17,269

      1 2 3 4 5 ... 346» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
1

De molen kwam in 1815 in bezit van Andries Loos en werd na herstel opnieuw in gebruik genomen op Goede Vrijdag 1833. Bij die gelegenheid zou op de "roephoorn" (in familiebezit) zijn geblazen. In de molen is nog een balk te zien waarop de naam Paulus Loos staat 
Loos, Andreas (Andries) (I202)
 
2
Hij woonde in Büdelsdorf en in Heidelberg. Was sinds 1942 Generaal-majoor, Artilleriecommandant 153 (Arko 153) van het IVe Duitse legerkorps. Gaf zich met Paulus over op 31 januari 1943 en werd krijgsgevangene in Stalingrad. Op 7 oktober 1955 werd hij vrijgelaten en gepensioneerd. 
Vassoll, Ulrich (I5925)
 
3 "De Geleerde", Landgraaf van Hessen Kassel van Hessen-Kassel, Maurits de Geleerde (I8555)
 
4 "De Grote Keurvorst" van Brandenburg van Brandenburg, Friedrich Wilhelm (I25908)
 
5 "De Jongste". Graaf van Nassau Siegen (RK). van Nassau Siegen, Jan (I25969)
 
6 "De Middelste". Graaf van Nassau Siegen van Nassau-Dillenburg, Johann II (I8557)
 
7 "Koningin" van Engeland Grey, Jane (I32415)
 
8 "Maaike Meu" van Hessen Kassel, Maria Louise (I7591)
 
9 "notaio e pievano di San Giacomo di Rialto", genoemd in het blad 'Venezia Cinquecento - Studi di storia dell'arte e della cultura' (tot eind 18e eeuw), 14, 70, 130 n45; Fasol, Giacomo (I5836)
 
10 "Obijt in Patria Alieua" (gestorven in het buitenland) Smulders, Hendrick (I2071)
 
11 "Prince Consort", Hertog van Saksen. van Saksen Coburg, Albert Franz August Karl (I25312)
 
12 "Uit Riga" van Moritz, Elisabeth (I26212)
 
13 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I7449)
 
14 (Bahlow, 1967) Fasold (I7065)
 
15 (Bahlow, 1967). Fasold (I7067)
 
16 (bastaard) van Borselen, Jan Mulart (I20470)
 
17 (Bastaard)dochter van graaf Heinrich III en Beatrice de Canino van Gorz Tirol, Agnes (I48573)
 
18 (bron: CBG, familieadvertenties) Vassoll (Fasol, Fosol), Zacharias (I6431)
 
19 (bron: www.genealogy.com) Fasol, Gertrude (I6294)
 
20 (Didam) Cedeert Steenweert bij Wijk bij Duurstede aan zijn broer Hillebrand (1582). Hij is mogelijk identiek met J. Gerrit van Elst, lidmaat van de Gereformeerde vluchtelingengemeente te Emmerik (juni 1583) van Els, Gerrit (I3849)
 
21 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I7452)
 
22 (Geen wettelijk huwelijk, maar een buitenechtelijke verbintenis) Gezin: Godfried V van Anjou / nn van Anjou? (F7313)
 
23 (Laatste) Graaf van Katzenelnbogen van Katzenelnbogen, Philips (I7989)
 
24 (mogelijk nog meer kinderen uit dit huwelijk) Bedaf, Maria (Maeycke) Cornelis (I3177)
 
25 (roodvonk) von Rheinhartshausen, Johannes Willem (I52207)
 
26 (Tegen)Koning van Frankrijk, hertog van Neder Bourgondie van Metz, Rudolf (I15359)
 
27 (Zie Karel de Grote-nummer, deel II, blz 160.) van Anjou, Irmgard (I14733)
 
28 , Dek, Graven van Holland van de Mark Kleef en Gulik, Margarethe (I32088)
 
29 .
ADRIANUS VAN DEN EEDE
Adrianus van den Eede was een vooraanstaand figuur in Reet, die jarenlang proces voerde voor zijn ambt van schoolmeester tegen zijn halfbroer Jacobus Vinck. 
van den Eede, Adrianus (I2586)
 
30 .
ALAIN MARCHANDISE
Alain Marchandise werd bekend om zijn jarenlange eenzame kruistocht tegen het verbaliseren van huisartsen op hun dienstronde. Hij heeft in het Brusselse enkele maanden actie gevoerd onder het concept SINGE (Stationnement Illicite Non Génant Exigé – Niet Storend Fout Parkeren Toegestaan). 
Marchandise, Alain (I632)
 
31 .
Alda stierf aan de Spaanse Griep, een wereldwijde epidemie in 1918-1919.
.
Het Spaanse Griepvirus vertoonde zich voor het eerst in maart 1918 op de militaire basis Fort Funston in Kansas. Met het serieus op gang komen van de Amerikaanse troepenzendingen naar Europa, startte het zijn tocht over de aardbol. In Spanje, waar geen oorlogscensuur bij de media heerste, sloegen de kranten groot alarm toen verschillende mensen aan het virus stierven. De dood trad in na enkele dagen van koortsaanvallen die aan griep deden denken. Zo kreeg het virus zijn nogal misleidende naam. De Spaanse griep begon met hoge koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn. Gevolgd door extreme moeheid en flauwtes. Men verloor zoveel energie dat men niet meer kon eten en drinken. De ademhaling werd steeds moeilijker, binnen enkele dagen gevolgd door de dood. De Spaanse griep had de opmerkelijke eigenschap om jonge volwassenen te treffen. Toen de oorlog in november 1918 eindigde en soldaten terugkeerden naar hun landen, werden ze overal ter wereld feestelijk onthaald. Door deze wereldwijde massabijeenkomsten verspreidde het virus zich als een schokgolf. In de VS stierven 675.000 mensen, in Frankrijk 200.000, in Engeland 400.000, in Nederland 27.000. Enorme klappen werden uitgedeeld in India en Rusland, waar miljoenen stierven. Al met al lijkt het erop dat maar liefst 20% van de toenmalige wereldbevolking besmet raakte. In totaal een half miljard mensen. De meest voorzichtige schattingen komen op 20 tot 40 miljoen doden. En net zo snel als het kwam, verdween het virus ook weer: eind 1919 was het voorbij. In september 2005 zijn microbiologen van het US Armed Forces Institute for Pathology erin geslaagd om het virus opnieuw te creëren. Het onderzoek was gebaseerd op viraal RNA uit de long van een soldaat die in 1918 was gestorven. De eiwitmantel van het virus had structuur H1N1, van oorsprong een vogelgriepvirus.
Na Alda's dood rouwde haar moeder voor de rest van haar leven. 
Fasol, Alda Maria Johanna (I73)
 
32 .
ANDRE FASOL
André woonde te Jette, Emile Van Ermengemlaan 119. Hij was een verdienstelijk organist en groot kenner van de muziek van J.S. Bach. Hij overleed aan een hartinfarct.
Fasol, André Bernard (I93)
 
33 .
ANDRE FASOL
Hij werd in 1950 kassier/directeur van de Boerenleenbank in Dommelen, als opvolger van burgemeester Ploegmakers. In de begintijd konden de boeren op alle tijden op de bank terecht en kwamen ze gewoon achterom. Vaak in de avond, zodat privacy gewaarborgd was. In 1965 kreeg hij twee man personeel. In de jaren '80 fuseerde de bank met die van Valkenswaard. De bank was aanvankelijk gevestigd aan de Bergstraat, later in winkelcentrum De Belleman. André beheerde ook een verzekeringsportefeuille, was jarenlang secretaris van de Boerenbond NCB. Sinds 1983 was hij hartpatiënt. Daarop legde hij zijn functie neer [Kempener Koerier, 12 december 1984].
.
Hij was in de jaren '80 broedermeester van de Handelse Processie. De processie naar Onze Lieve Vrouw van Handel bestond al in de 18e eeuw. Elke rechtgeaarde inwoner van Valkenswaard maakt minstens één keer in zijn leven deze tocht te voet naar Handel; op zaterdag 40 kilometer via Eindhoven, Nuenen, Lieshout en Gemert heen en op zondag terug. André overleed ten gevolge van een hartaanval bij het vertrek van de Handelse processie in 2000.
Fasol, Andreas Henricus (André) (I97)
 
34 .
Andries erfde het huis van zijn vader, dat hij in 1891 liet verbouwen. Achter zijn huis vestigde hij een 'schoen- en laarzenfabriek'. Het koffiehuis van Odilia Fasol bevond zich ook in dit gebouw. Het pand Eindhovenseweg 17 werd in de jaren '90 in opdracht van Andries en Odilia gebouwd. Zij verkochten het echter spoedig daarna. Ook bezaten zij het perceel waar in 1906 de panden Eindhovenseweg 13 en 15 werden gebouwd [Latjes [1982]: 'Groeten uit Valkenswaard', pag.108, 200].
.
Andries was ook nog brandweerman. Uit het verslag van de opperbrandmeester over de brand in de fabriek van Jan Baken (ca. 1880): "De brand in bedoeld gebouw brak uit op Zaterdag 9 augustus des avonds ongeveer 10 uuren. Bij mijne aankomst op het terrein ben ik in overleg getreden met de brandmeesters. Wijl de belendende gebouwen geen gevaar leden, besloten wij met onderling goedvinden het brandende perceel te bespuiten. Na gehouden appel bleek dat alle leden tegenwoordig waren, behalve zij die buiten dorps waren. De leden hebben zich goed gedragen ook wat de bluschwerktuigen betreft lieten niet te wenschen over. Na drie uuren te hebben gewerkt toen het bleek, dat geen het minste gevaar meer bestond, heb ik de leeden huiswaarts laten gaan. Met uitzondering van hen die belast werden met de wacht. De wacht werd gehouden (..) door Andr. Fasol Pzn, J. de Natris, Jan Moonen, W. Daams van 6 tot 9 uur." Bij de brand in de sigarenfabriek van H. Mollen bij het Station was hij er niet: "De volgende spuitgasten waren afwezig: A. Smits, H. Baken, A. Fasol, W. Dielis, Jac Bots, W. Phiferons, M. Schenkels, L. Hertroys. J. Liebregts, die op een afstand stond te kijken, zonder zijne plicht waar te nemen, hetwelk mij is verteld door den brandmeester A. Hoevenaars." [Mélotte & Bots [1977]: Van Wedert tot Valkenswaard', pag.223-224]. 
Fasol, Andries (I54)
 
35 .
Anna Maria overleed als zuster in Antwerpen. Onbekend is sinds wanneer zij daar woonde.
.
In de periode 1814-1914 – na meer dan 200 jaar te zijn afgesloten van de zee – groeide Antwerpen uit tot een wereldhaven. In de 18e eeuw was Antwerpen dé Noordzeehaven, maar in de 19e eeuw werd het samen met Hamburg en Rotterdam dé Europese haven. In 1855 telde Antwerpen 100.000 inwoners. Dankzij de Industriële Revolutie bracht de 19e eeuw een enorme uitbreiding van het handelsvervoer aan. Heel het economische leven van de stad, haar nijverheden, haar financiën, haar arbeidersklasse, haar gehele economie stonden in teken van de haven.
.
Op 29 november 1836 veroorzaakt een orkaan veel schade in Antwerpen. Schepen vergaan op de kade en meerdere huizen storten in. Er zijn verschillende dodelijke slachtoffers. Ook andere steden in België en Nederland worden getroffen. "Ook in Belgie en vooral te Antwerpen heeft de orkaan van den 29sten op eene vreesselijke wijze gewoed, en zoo binnen als buiten de steden verwoesting en schrik verspreid. In en bij de haven van Antwerpen was de vernieling inzonderheid ontzettend. Menschen zijn door den wind van de kaden in de Schelde geslingerd, en ten aanzien van honderden toeschouwers, die hen niet redden konden, in de golven jammerlijk omgekomen. (...) Verscheidene huizen zijn ganschelijk ingestort, er zijn verscheidene menschen verpletterd geworden, en stonden den volgenden dag nog drie huizen op het invallen. Te Brussel, waar vooral het dak der St. Gudula- en de toren der St. Michielskerk veel hebben geleden, had de wind zoo veel kracht, dat een zwaar stuk geschut van de affuit is geligt en nedergeworpen. Te Aals zijn Dingsdag morgen drie verdiepingen van het middengedeelte der nog onvolbouwde kaserne voor dekavalerie ingestort." [Leeuwarder Courant, 6 december 1836]. 
Fasol, Anna Maria (I34)
 
36 .
ANTHOEN FASOL
Op 5 april 1725 was hij peter van zijn neef Michaël Fasol, zoon van Jacobus Henricus en Erlindis Smeets. Meter was Helwigis Smets. Op 13 november 1734 was hij peter van Joannis Jeremia Gielaer. Meter was Elisabeth van Can. Hij was peter (maar afwezig) van zijn neef Jan Antoon van den Eede, gedoopt te Reet op 11 december 1738. Op 12 maart 1739 was hij peter van zijn neef Petrus Joannis Fasol, zoon van Jacobus Henricus en Erlindis Smeets. Meter was Marie Picken. Op 7 juli 1745 was hij peter van Marie Catharina Morren, dochter van Simon Morren en Agnes van Genabeeck. Meter was Marie Catharina Imkot.
.
Jacob Fasoll en jonge dochter Margaretha Fasoll, gemachtigd door hun zusters en zwager (Marie Elisabeth Fasoll, Christina Fasoll x Adrianus van den Eede) verkopen hem op 13 januari 1746 hun huis op de Merckt 'De Wintmoelen', alsmede een moeshof tussen Gerdingen en de Nieuwstadtspoort buiten Bree aan de vesten en enkele percelen grond [Hof Vanderhallen Bree, nr.14-fol.273 -vs].
.
Maes & Dreesen ('De geschiedenis van Bree', dl.I, p.88), vermelden een Jan Antonius Fasol (*1700) als minderbroeder in 1758 (jaartal waarschijnlijk onjuist).
Fasol (Fasolle), Joannes Antonius (Anthoen, Thoen) (I20)
 
37 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I154)
 
38 .
BERNARD FASOL
Paulus Leonardus werd Bernard of ome Bernard genoemd. Waarom is niet duidelijk. Vermoedelijk omdat hij ooit even als broeder in een klooster in België schijnt te zijn opgenomen.
.
Bernard was van beroep procuratiehouder bij sigarenfabriek "Texas" (van gebr. Hoekx-Maas ) in Valkenswaard [info Harry Fasol].
.
Valkenswaard is een belangrijk centrum van de sigarenindustrie geweest. De sigarenindustrie startte in 1864 met de tabakskerverij Landmantabak van de gebroeders Van Best. In 1890 had de Firma Gebr. van Best, die onder meer de Montagnard sigaren maakte, al 290 werknemers. De opkomst van Van Best heeft geleid tot nog veel meer activiteit op tabaksgebied. Zeker 61 bedrijven van enig belang heeft Valkenswaard gekend.
.
In 1883 richtte Peer Hoekx, de zoon van een Teut uit Luyksgestel, samen met zijn zwager Maas in 1883 de Firma Hoekx en Maas op, die het merk Texas voerde. In 1914 had het bedrijf 130 werknemers, en filialen in Reusel en Hapert. Texas was hard voor met name de werknemers die lid waren van de socialistische Algemene Nederlandse Bedrijfsbond. In 1920 riep het blad Rooms Leven werkgevers op: 'Bent eensgezind en stuur al Uw socialistisch gezinde arbeiders uit Uw fabrieken. Stuur ze eruit, en laat U niet vertederen door medelijden met hun gezinnen'. Zelfs een blad als De Christelijke Tabakswerker omschreef een dergelijke oproep als barbaars. Aangezien met name de Texas sigarenfabrieken gretig op genoemde oproep ingingen en de socialistische arbeiders op straat zette, leidde dit tot een landelijke boycot actie en ernstig imagoverlies. De kwaliteit van de sigaren redde het bedrijf nog een tijd lang, en in 1925 waren er nog 400 mensen in dienst. In 1928 echter, begon firmant Hoekx voor zichzelf met het bedrijf Holland-Amerika. Dit betekende spoedig het einde van de Texas sigarenfabriek. Het conflict heeft echter geleid tot betere sociale verhoudingen in de sigarenindustrie, waar uiteindelijk beide partijen van profiteerden.
.
De snelle groei van Valkenswaard in de 20e eeuw was nauw gerelateerd aan de opkomst van de sigarenindustrie. Bijna 1/3 van de totale Valkenswaardse bevolking is hierin werkzaam is geweest. Na de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog veranderde het economisch klimaat. Nog enige decennia zouden Hofnar en Willem II als grote bedrijven in Valkenswaard aanwezig zijn. Uiteindelijk sloot Hofnar in 1990 haar poorten, terwijl Willem II werd overgenomen door Swedish Match Cigars, dat de productie uit Valkenswaard naar Houthalen heeft verplaatst, maar het hoofdkantoor bevindt zich nog in Valkenswaard.
.
Meierijsche Courant, Donderdag 24 Juli 1919. 'Valkenswaard. Als volontair ter secretarie alhier is aangesteld de heer L. Fasol.' De initiaal L. is onjuist geciteerd, waardoor onduidelijk is over wie het bericht precies gaat. De mededeling wordt hier vermeld, omdat Bernard gezien zijn beroep in aanmerking zou kunnen komen.
.
Bernard Fasol was bovenal caféhouder, maar in de praktijk was Doortje degene die dat vak volmaakt beheerste. Ze hadden een café/herberg tegenover de kerk in Dommelen, tegenwoordig 'De Dommelstroom' geheten. Op de gevel zijn nog altijd de muzieknoten fa-sol te zien.
.
Na de dood van zijn vrouw trok hij met zijn kinderen in bij zijn schoonzus Drieka van Herk-Roothans, die kinderloos was. Hij overleed aan een hartinfarct.
Fasol, Paulus Leonardus (Bernhard) (I79)
 
39 .
CHRISTINA FASOL
In 1736 kochten Christina en haar man een huis in het centrum van Reet. Reet was destijds een bescheiden dorp ten zuiden van Antwerpen, met één bijzonder bouwwerk: de kasteelboerderij het Laarhof, die kort voor aankomst van Christina was uitgebreid met heuse praalbogen naar klassiek Romeins voorbeeld: de 21-jarige Cornelis van den Branden uit Reet reisde, als kind van zijn tijd, in 1713 achttien maanden lang door Frankrijk, Italië, Zwitserland en Duitsland. De triomfbogen uit de Oudheid, die hij in Rome bewonderde, en de triomfboog in opbouw die hij in Parijs zag, inspireerden Cornelis voor de bouw van de grote en de kleine praalboog, in 1729, op het kasteeldomein. Een voor die tijd unieke realisatie in de Nederlanden (cf: Het Nieuwsblad, 25 maart 2011).
.
In 1751, weduwe geworden, verkoopt zij het huis in Reet voor 1260 gulden aan Cornelis van den Eede en gaat ze met haar drie kinderen (Maria Elisabeth, Petrus Corneel, Guilielmus Benedictus) terug naar haar geboorteplaats Bree. Het sterfhuis vermeldde o.a. 2 spinnewielen, 2 wiegen, 2 mosterdpotten, 2 schilderijen, 24 tinnen talloren en 26 schotels, kleerkast, enz.
Fasol, Christina (I18)
 
40 .
CLAES FASOL
Op 1 augustus 1674 raast zware storm, bekend onder de naam 'Het Schrickelik Tempeest' over Nederland en België. In Utrecht stort het schip van de Domkerk in door een tornado: 'Uytrecht den 2 Augusti. Gister Avont ten half achten ontstond hier een schrickelick Onweer, dat tot half negen toe duurde; doch het slimste was gedaen in een Quartieruurs: den Hemel stont gedurigh in licht en Vlam, en 't was schrickelijck den Donder en vreesselijcke Winden te hooren, dat verselt wierdt met het nederstorten van Schoorsteinen, Daecken, Gevels en Toornen, dat ieder een ongemeene verbaestheyt aenbracht, en dat heeft veele van een Aertbevingh doen spreecken [. . . ]' [Oprechte Haerlemse Saterdaegse
Courant van 4 August 1674]. Het meest krachtige deel van de storm trok overigens niet over het land van Luik. De Hollantsche Mercurius van augustus 1674 meldt: "Op den eersten deser 's avonts omtrent 8 uren by na door geheel Hollandt een gruwelijck onweder, met Donder, Blixem, Wint, regen en hagel vermengt. Te Amsterdam geschiede daer van groote schade, dewijl den krachtigen Wint de meeste boomen omsloegh, veel Schepen van voor de Palen wegh dreef, daer van 9 soncken, en verscheyde huysen van gevels ontbloote. Men vont naeulijcks een Huys, dat niet aan Pannen, Glasen of ergens anders aen beschadigt was. Verscheyde Molens waeyden om. (...) Te Brussel vielen soo groote Hagelstenen als Knickers, en wierden de Boomen niet alleen uyt de Aerde gegoyt, maar ook veel gevels omgeworpen. Te Antwerpen wiert de Brugh, die over de Schelde lagh, door den stercken Wint mede stuck gesmeten, en de Schepen hier en daer gedreven. Te Hamburgh en omtrent d'Elve gevoelde men dit onweder oock. Te Straetsburgh vielen Hagestenen als Kinder hoofden." Een bron uit Medemblik meldt ten slotte: '1674. Den 1. Augustus in den avontstont zag men uitter Zee opkomen, een sware donkere lugt, verzelt met vinnige blixem stralen, door malkander kuislings, en sware donderslagen, de 4. winden waayden gelyk uit alle hoeken: zynde een zoorte van een Orcaan (gelyk zy veel in Oost en West-Indien hebben) de meeste menschen, zulk een onweder omgewoon zynde, kermden en riepen het schynt dat den jongsten dag voor handen is. Storten vierige gebeden uit, kreten en kermde, zagen niet anders als een ontydige dood voor handen. [Meteorologica Jaargang 16 – no.2 – Juni 2007 4-9].
.
Nadat prinsbisschop Maximiliaan in 1674 vrede had gesloten met de Republiek kreeg hij uiteraard problemen met de Fransen. Zij namen in 1676 Luik in. Een burgeroorlog onder de Luikse burgers was het gevolg. op 26 augustus 1684 trok Maxilimiaan met Beierse troepen de stad in en herstelde zijn macht, waarna hij de democratie afschafte en regeerde als absoluut vorst. Op 2 juni 1688 overleed hij. (Schöffer, pag. 415-416)
.
In oktober 1675 werd het weer onrustig rond Bree. De Prins van Nassau overwinterde in de Kempen. Zijn generaal, Weibnom, probeerde Bree in te nemen, maar de aanval werd aanvankelijk afgeslagen. In tweede instantie moest Bree capituleren. De troepen namen de stad in en richtten vernielingen aan. Ze beschadigden de muren, begonnen de 12 kanonnen weg te voeren, beschadigden en plunderden huizen en wilden de kerk binnenvallen. Maes en Dreesen (II, p. 39) vertellen dat men tot 1901 nog brandplekken op de kerkdeur kon zien die aan deze aanval herinnerden. Er moest rogge en schatting worden afgedragen en een Hollands garnizoen overwinterde maandenlang in Bree.
.
In de middag van 17 maart 1676 kwamen twee mannen te paard aangereden, schijnbaar paardenkooplui. Ze bestelden aan de poortwacht twee potten bier. Een van de wachters, Simon Cuypers, ging het bier halen in de herberg. Maar tyoen hij terugkwam stonden aan de poort enige Franse soldaten. Kort daarop kwam er nog een tiental bij en daarna nog andere. Ze reden zonder te vragen de poort binnen en sloten ze met geweld achter zich. Ook sloten ze de andere poorten. Een half uur later verscheen er een groep Hollandse ruiters, die met de Fransen wilden afrekenen. Alarm blazend liepen ze rond de stad langs de poorten. De Nieuwstadpoort staken ze met stro in brand. In een vuurgevecht vielen er verschillende gewonden, die door dokters Philip Mariot en Jan Jacobs, en door de Augustijnen werden verzorgd. De Fransen vluchtten weg voor de Hollanders die inmiddels in de stad waren. De Hollanders namen schout M. Jacobs en oud-burgemeester Peter Boels in gijzeling mee naar Weert. Hun vrijlating kostte 1200 rijksdaalders. Franse troepen eisen dat Bree de verdedigingswerken rond de stad zouden afbreken. Uiteindelijk zijn het Hollandse troepen die in 1681 de stadsvesten laten springen. In september 1676 moet Bree voedsel afstaan aan garnizoenen van de Prins van Nassau in Hasselt en 40 stuks vee aan de Brandenburgers in Roermond. In november 1677 en in maart-april 1679 waren er garnizoenen Fransen bij Bree [Maes II, 39-40].
.
Op 20 oktober of december 1677 was hij peter van Hubertus Boenen alias Boonen. Meter was Elisabeth Arkens. Hij was peter van Joannis Boonen, zoon van Franciscus Boonen alias Boenen of Quax en Elisabeth Hermans, op 24 januari 1678. Meter was Catharina Beerts.
.
Op 10 augustus 1678 bij de Vrede van Nijmegen tussen Frankrijk en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden krijgt de Republiek alle gebieden die nog door de Fransen bezet worden terug, waaronder Maastricht.
.
Tijdens deze roerige periode werkte Claes Fasol zich op tot gerechtsbode. Hij wordt voor het eerst als gerechtsbode vermeld in 1680, en genoemd als facteur op 31 mei 1683 en op 18 december 1690 [SB Bree: nr. 14; 30-fol.189]. De taak van de gerechtsbode was overtreders van de wet aan te klagen, verdachten in hechtenis te nemen, ze te dagvaarden en voor het gerecht brengen. De gerechtsbode fungeerde verder als politieagent. Bree kende twee gerechtsbodes, een voor binnen (stadsbode) en een voor buiten de muren (veldbode). De stadsbode deed ook de aankondigingen en maakte de ordonnanties van het stadsbestuur bekend, na de trompet te hebben geblazen op de hoeken van de straten. De gerechtsbodes waren, samen met de stadssecretaris, de belangrijkste ondersteuners van de schout. Gerechtsbodes werden door de magistraat benoemd en herbenoemd, telkens voor één jaar. [Maes & Dreesen, dl. II, p. 100, 58].
.
Op 6 augustus 1682 was hij peter van Hubertus Houben, zoon van Theodorus Houben en Helena Vincken alias Braecken. Meter was Agnes Vasen.
.
De winter van 1683-1684 was in Europa waarschijnlijk tot de winter van 1708-1709 de koudste van het tweede millennium. De winter valt halverwege november in, zes weken voor de kerst. Na enkele weken vorst bevriezen alle grote rivieren in Europa. Op 2 januari is de Vlaamse kust tot 2 mijl uit de kustlijn bevroren. Begin januari is de Theems geheel bevroren, om half februari een ijsdikte te bereiken van 11 inch. In totaal is de rivier 41 dagen dichtgevroren geweest. Uit Brussel wordt op 29 januari gemeld dat de winkels gesloten zijn en verschillende mensen op straat neervallen van de kou. In Antwerpen ligt de Schelde geheel dicht. In Nederland vriest het zeven weken lang, met over het algemeen rustig en helder vriesweer, met weinig sneeuw. Dit is dan ook de reden dat er zeer grote ijsdikten worden gemeten, tot twee Rijnlandse voeten (63 centimeter). Half februari valt in West-Europa de dooi in. De maatschappelijk gevolgen van de winter zijn groot, op veel plaatsen zijn tekorten aan voedsel. Een hongersnood, zoals na de winter van 1709 heeft echter niet plaats gevonden.
.
Het kapittel van Luik koos in 1688 voor het eerst sinds eeuwen een Luikenaar van geboorte, Jan Lodewijk van Elderen als prinsbisschop. Deze raakte direct verwikkeld in een oorlog tussen Frankrijk en het Duitse Rijk, waarbij hij partij koos voor de Fransen nadat de Duitsers Hoei en Ciney hadden ingenomen. Hij sloot een overeenkomst met de stadhouder van Maastricht en raakte volledig verstrikt in het conflict. Het Luikse leger kwam onder Spaanse leiding, de Fransen bombardeerden in juni 1691 de stad en veroverden in 1693 Hoei. Na Van Elderens overlijden in 1694 keerden de Luikenaren naar de Wittelbachs uit Beieren terug en kozen Jozef Klemens van Beieren. (Schöffer, pag. 416-417)
.
Op 10 januari 1691 was hij peter van Joannis Truijen, zoon van Nicolaus Truijen en Elisabeth Maes. Meter was Helena Braecken. Op 14 februari 1691 is hij peter van Guilielmus Libens, zoon van Gaspar Libens en Catharina Lenssen. Meter was Elisabeth Houben.
.
Op 18 september 1692 om 14.15 uur werd in heel Nederland een zware aardbeving gevoeld. Het epicentrum ligt bij Verviers, en het plaatsje Soiron ten westen van de stad wordt zo goed als geheel van de kaart geveegd. Met een kracht van 6,3 op de Richterschaal is dit een van de zwaarste aardbevingen die West-Europa ooit gekend heeft. In Roermond stortten de gewelven van de Minderbroederskerk in (Sieberg / Annalen des Hist. Vereins für den Niederrhein 1858 Blz. 68 (T68-1858 GAR). In Den Bosch bewoog de kerktoren hevig. In Amsterdam: waterbeweging op het IJ en in de Amstel; torens van de Oude en Zuiderkerk schudden, klokken luiden. De Roode Poortstoren trilde hevig, evenals het Paleis op de Dam. In Heerlen: "Op vele plaatsen kastelen en huizen omvergeworpen". Breda: op wandborden die bij archeologisch kernonderzoek werden gevonden stond: "aertbeving overal" en "wasser een aertbeving". In Rekken wordt in het kerkelijk register een zware beving vermeld. In Rolduc: "de kerk van het klooster Rolduc werd zo hevig geschokt, dat de top van de gevel afviel en de schoorsteen talloze barsten kreeg". Middelburg: huizen werden beschadigd; schepen bewogen. Enkele naschokken op werden op 18 december te Maastricht gevoeld. Literatuur: Sieberg 1940; v.d.Els 1878; Pauls 1893; Meyer 1781; Rutsch 1879; v. Fürth 1890; Janssen 1908; Perrey 1845; Lorié 1903; ; v. Beurden 1890; Eckertz 1857; Jongeneel 1884; Vogt 1985; v. Beek 1988; v. Gils-Zaczek 1978; v. Malde 1990. Uit: Catalogus "Aardbevingen in Nederland" KNMI 179-1992. Door: Drs.G.Houtgast Blz.46-47. Uit Bree zijn geen verslagen bekend, maar ook daar moet de aardbeving gevoeld zijn.
.
In augustus 1693 passeerden 4 squadrons ruiterij en 800 dragonders Bree die tegen de Fransen optrokken [Maes II, 40].
.
Ook in 1699 waren er aardbevingen. Op 22 april een aardbeving van Magn.4.0 (v. Gils), met schade in Maaseik en Roermond (Literatuur: Sieberg 1940; v. Gils-Zaczek 1978. Uit: Catalogus "Aardbevingen in Nederland" KNMI 179-1992.Door: Drs.G.Houtgast Blz.49.). Op 22 juni werden in Roermond en Maaseik en omgeving 5 à 6 bevingen waargenomen. (Literatuur: Käntzeler 1870
Uit: Catalogus "Aardbevingen in Nederland" KNMI 179-1992. Door: Drs.G.Houtgast Blz. 49.)
.
Op 9 januari 1705 was hij peter van Joanna Catharina Vinken, dochter van Joannis Vinken en Catharina Libens. Meter was Catharina Neesen.
.
De Spaanse Successieoorlog (1701-1714) bracht opnieuw onrust. Deze oorlog ontstond na de dood van Karel II van Spanje omdat Lodewijk XIV in de ogen van zijn vele kleine en grote rivalen de Europese machtsverhoudingen geheel dreigde te verstoren met een aanspraak op de Spaanse troon voor zijn kleinzoon Filips van Anjou. Daarnaast waren die rivalen erop uit hun eigen territoriale kwesties in hun voordeel te beslechten.
.
Prinsbisschop Jozef Klemens van Beierens regering was geen succes. Hij koos parij voor de Fransen en werd in 1702 door de Spanjaarden verjaagd. Pas in 1715 keerde hij vanuit Frankrijk terug. (Schöffer, pag 417).
.
In de winter van 1705 kregen de burgers van Bree tot die maal toe te maken met inkwartiering. In 1706 lag een regiment Zwitsers in Bree ingekwartierd, en in hetzelfde jaar ook troepen van generaal Rosen.
.
In 1707 wordt Claes Fasol wederom vermeld als gerechtsbode [SB Bree: nr. 14; 30-fol.189].
.
In de winter van 1709 was er het regiment van generaal Figuenbach. Tot overmaat van ramp was de winter zeer streng: tijdens een vorstperiode van 40 dagen bevroor de gehele graanvoorraad (Maes & Dreesen, II, p. 41). De winter van 1708-1709 was in Europa met de revolutiewinter van 1789 waarschijnlijk de koudste winter van het tweede millennium. In het grootste deel van Europa vroor het bijna drie maanden, van Scandinavië tot Italië en van Frankrijk tot Rusland bevroren alle grote meren en rivieren. Zelfs het Gardameer vriest geheel dicht. In Nederland bevroor de grond tot meer dan een meter diep. Het vee stierf in de schuren, loofbomen spleten open door de koude en reizigers vroren onderweg dood in de koudste winter sinds mensenheugenis. Wijnvaten bevroren in de kelders, fruitbomen gingen massaal verloren, en zelfs eiken overleefden het niet. De graanteelt ging ook verloren. De winter had ernstige hongersnoden tot gevolg, vooral Frankrijk werd zwaar getroffen. Naar schatting 600.000 mensen kwamen om door deze hongersnood. Alleen Parijs al verloor 24.000 inwoners. In januari lag de gemiddelde temperatuur in Nederland op -5,1 graden, in Berlijn zelfs op -13,2 graden. De koudste dag in Nederland was 20 januari 1709. Te Keulen bevriezen die dag vijf schildwachten. De gemiddelde temperatuur van de gehele winter komt in Nederland uit op -2,3 graden. Een verslag uit die tijd geeft de situatie weer: 'De Zuyderzee vroor dicht in de winter van 1709 en het was mogelijk met de slee van Enkhuysen naar Staveren in Vrieslandt te gaan. Schepen bij Den Helder weken uit naar andere havens vanwege het grondijs. Op schepen, die toch binnengelopen waren, vroren de matrozen dood. Van de bemanning van de Oost-Indische schepen, die op Tessel waren gelegen, was veel volk, dat aan land kon komen, weggelopen. De meeste daarvan werden in de omringende polders doodgevroren teruggevonden. De wegen waren onbegaanbaar door de hoge sneeuw en mensen die toch op pad gingen om de dichtstbijzijnde stad te bereiken of om turf te halen in het veen, overleefden het niet. De dagen tussen 18 en 21 januari en de dagen erna waren ’t ergst. Er vielen vele doden op het platteland en in geheel Noord-Holland boven Alkmaar lagen de Gasthuysen vol met mensen, wier voeten en tenen geamputeerd moesten worden. Op 8 maart zit de Maas bij Rotterdam nog dichtgevroren. Pas in loop van deze maand wijkt de vorst, maar de gevolgen blijven nog lang zichtbaar. Op 3 april moet het jacht van de Admiraliteit van Amsterdam op de Zuiderzee terugkeren vanwege het vele ijs tussen Enkhuizen en Stavoren. Op 13 april was het ijs in Kopenhagen nog 14 duimen dik en op 1 mei was de haven van Danzíg nog bevroren.
.
In de winter 1709-1710 werd een regiment Pruisische dragonders ingekwartierd, behorend tot het Engels-Nederlandse leger van de hetrog van Malborough, in de volksmond 'Malbroek' geheten. Uit die tijd dateert de folkoristische gewoonte om met de kermis op donderdag 'Malbroek te begraven'.
Fasoll, Nicolaus (Claes) (I4)
 
41 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I163)
 
42 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I161)
 
43 .
ELISABETH FASOL
Elisabeth werkte in deeltijd op de school van de Armenzorg.
Fasol, Elisabeth (Betje) (I66)
 
44 .
FRANS FASOL
Meierijsche Courant, Dinsdag 12 Augustus 1913. 'Valkenswaard. Heden 10 Augustus werd onze gemeente bezocht door een patrouille verkenners van de afdeeling Eindhoven onder commando van den heer Franke, sergeant-majoor met het doel propaganda te maken tot ondersteuning van het initiatief van onzen burgemeester, om alhier een dergelijk corps te stichten. Te dien einde werd denzelfden middag ten 7½ uur onder leiding van Z. E. A. alhier een vergadering gehouden. Na een duidelijk uiteenzetting van wat dit korps betoogt (sic) en het beantwoorden van eenige gestelde vragen, werd door de aanwezigen besloten alhier een "Verkenners Corps" op te richten. Onmiddelijk meldden zich 24 personen, dus een volle sectie, als lid aan. Daarna werd overgegaan tot kiezing van een bestuur uit het kader en werden tot leden van het bestuur gekozen de Edelachtb. Heer Burgemeester als Voorzitter, W. Rijkers 1e Secretaris, G. J. Berends 2e Secretaris, Ant. Holzenbosch, Penningmeester en F. Fasol, Jos. van der Mark en K. Gevers, Commissarissen.'
.
Meierijsche Courant, Woensdag 10 September 1919. 'Valkenswaard. De schietbaan bestemd voor de burgerwacht nadert hare voltooing. Zij is gelegen nabij Treeswijk op circa 100 M. afstand van den Rijksweg. Zij is ontworpen door den gemeente-opzichter Hertroijs en den heer Fr. Fasol. Er is een onderaardsche verkenningsplaats aangebracht bestemd voor 4 manschappen, terwijl op 200 M. afstand gericht kan worden. Op Zaterdag a.s. zullen de eerste oefeningen op de schietbaan plaats hebben.'
.
Meierijsche Courant, Dinsdag 21 September 1920 'Valkenswaard. Zaterdag werden door de leden der burgerwacht wederom eene prijsverschieting gehouden, welke prijzen door den heer H. Hoekx weder beschikbaar waren gesteld. De prijzen werden behaald als volgt: 1. Jac. Jansen, 2 H. Driessen, 3 F. Fasol, 4 A. Prins. Nog 100 sigaren werden verschoten onder alle deelnemers. Alles had een prachtig verloop. Zaterdag a.s. zullen weder flinke hoofdprijzen verschoten worden.'
.
Frans vestigde zich in St.-Jans-Molenbeek (Brussel) en nam de meubelhandel van zijn schoonfamilie Daris over aan de Gentsesteenweg.
.
De familie is als eerste taal het Frans gaan gebruiken, en de jongste generaties zijn volledig franstalig.
.
Hij overleed aan een hartinfarct.
Fasol, Andreas Franciscus (Frans) (I77)
 
45 .
HARRY FASOL
Harry was leraar aan de basisschool te Waalre, drie jaar basisschool Deurne, acht jaar Nicolaasschool (Broedersschool ) te Valkenswaard, vier jaar directeur van de Theresiaschool in Valkenswaard (Molenstraat) en tot 1986 leraar/dekaan aan Mavo te Valkenswaard. Totaal 40 jaar. Hij woont momenteel in Dommelen Groenstraat 8 (naast schoonzus Nellie).
.
Een spreuk die aan hem wordt toegeschreven, en die in verschillende citatenverzamelingen is beland, luidt 'Als je de juiste toon vindt, is heel je leven muziek.'
Fasol, Henricus Joannes (Harry) (I99)
 
46 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I4341)
 
47 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I164)
 
48 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Schwaighofer, Matthias (Hiassi) (I91)
 
49 .
In feite is van deze familie alleen zijn zoon Allerd in het bronmateriaal vermeld. Met betrekking tot de herkomst van deze familie suggereert 'De Gids' in 1862 dat de naam 'van over het IJ' zou zijn. Zie de onderstaande interessante passage uit 'De oudste geslachten van Amsterdam': De Gids, vol. 26, deel II, 177- 197:
'Het is opmerkelijk dat van oudsher geene stad van Holland zoo weinig adel opgenomen heeft als Amsterdam. Toen in de 15de en 16de eeuw een gedeelte der adelijke geslachten zich in de steden terugtrok, zochten zij te Haarlem, Leiden, Alkmaar en elders een onderkomen maar bijna in het geheel niet te Amsterdam. De reden van dit verschijnsel ligt misschien daarin, dat een groot deel der oudere bevolking van die stad uit Westfriesland en Waterland gesproten was, waar men bijna geenen adelstand kende.
[...]
Toen nu de handel meer en meer naar die stad trok staken ook zij in menigte het IJ over, begonnen in de stad zelve handel te drijven en kwamen alras in het bestuur.
[...]
Vandaar ook dat wanneer men de oude regeringslijsten der stad nagaat men er zoo weinig vindt, die een 'van' voerden terwijl dit elders toch al in gebruik begon te komen. Evenals in Westfriesland noemden zij zich naar hunnen vader en voegden zij er eene soort van toenaam bij: dan waren het namen als Romenyboot, Fa-Sol, Kaars, Buyck, Modder, enz., even als men aan de overzijde gewoon was en tot in de 16e, ja zelfs het begin der 17e eeuw waren vaste toenamen onder de burgerij niet algemeen en die ze geërfd hadden lieten ze zelfs wel varen ten minste voor dagelijksch gebruik.
[...]
In het algemeen moet men de stedelijke vroedschap dier dagen niet gelijk stellen met die der 17e eeuw toen de patricische geslachten in vollen luister bloeiden en er tusschen hen en de burgerij een afstand ontstaan was die hooghartigheid aan den eenen diepen eerbied aan den anderen kant verwekte. Wel waren ook de schepenen der 15e eeuw volgens de keuren der stad uit de rijkste notabelste en verstandigste burgers genomen, maar zij waren én bleven burgerlieden in de latere betee kenis van het woord. Vele leden der vroedschap traden uit hunnen winkel naar het raadhuis en schaamden zich niet achter de toonbank hunne kalanten te bedienen. Voor het overige waren zij welgezetene burgers die veelal in de Warmoesstraat of op den Nieuwendijk in hunne eigene huizen woonden en door hunne handelsreizen ondervinding en wereldkennis hadden opgedaan. Het is waar, er waren ook reeds vroeg eigenlijke kantoren te Amsterdam die zich alleen met groothandel bezig hielden, maar zelfs de chefs dezer huizen genoten in den dagelijkschen omgang weinig meer ontzag dan de welgestelde winkelier, dan de lakenkooper, de apotheker, de ijzerhandelaar, die gegoed waren en in een eigen huis woonden. Zoo komen gedurig in de regeringslijsten de namen der leden met bijvoeging van de lijndraaijer, deverwer, de zeïlemaker, de goudsmid, de stillegangmakerszoon en anderen voor. De burgerij was in Amsterdam geheel demokratisch. Terwijl elders althans te Dordrecht de leden der vroedschap zich den titel van heer aanmatigden die alleen aan ridders toekwam, voerde te Amsterdam niemand dien titel dan misschien de schout en de burgemeesters. De voornaamste ingezetenen der stad, vrouwen zoowel als mannen, werden bij den doopnaam aangesproken.' 
Fasol, Dirck (I6512)
 
50 .
JAAK FASOL
Jacobus Fasol woonde in 1796 met zijn vrouw aan de Kerkstraat [Volkstelling 1796, Bree, nr.351, 352].
.
In 1813 woonde hij ten oosten van de oude pastorie op de Hoogstraat.
.
In 1814 komt een einde aan de Franse tijd. Het Verdrag van Wenen van 1815 maakt Willem van Oranje koning der Nederlanden. Bij de Belgische omwenteling in 1830 was de bevolking van de hele provincie sterk pro-Belgisch gezind, voornamelijk vanwege de politieke vrijheid, de gematigde belastingen, en de oplossing van de kerkelijke problemen. Landbouwcrisissen vormen tot het midden van de 19de eeuw een steeds terugkerende bedreiging voor de bevolking. Dit is het geval in 1816-17, de laatste grote hongersnood in deze streek, waarbij het sterftecijfer zelfs het geboortecijfer overschrijdt.
De winter van 1844 is zeer streng, gevolgd door overstromingen en een slechte oogst; de aardappeloogst mislukt volledig.
.
In 1845 wordt Jaak Fasol vermeld als herbergier en eigenaar van het 'Prinsenhuis [Maes & Dreesen [1984]: 'De geschiedenis van Bree', dl.I, pag.216].  
Fasol, Jacobus (Jaak) (I31)
 

      1 2 3 4 5 ... 346» Volgende»


Deze site werd aangemaakt door The Next Generation of Genealogy Sitebuilding v. 14.0, geschreven door Darrin Lythgoe © 2001-2023.

Gegevens onderhouden door Peter Fasol.

Genealogische software: Family Historian 7. Blog: Wordpress. Gehost door Vimexx.

Steun deze website met een donatie.