Gedicht over een hoestende man die ‘s-nachts door de straat loopt. Zoemende auto in de verte. De zolder kraakt. Een gans vliegt kwakend over.
Heel even was ik al eens oud: over ouderdom. – De wachtruimte was perfect en kleurde ons al grijs. / Nu zitten we in de molen, nu moeten we draaien.
Gedicht over de polder Willens bij Gouda. / Dan verhullen stapels bouwgrond, stoeptegels, vinexsteen, hortensia’s, verkeersdrempels de nevel.
Vandaag is de as van oom Mathieu verstrooid. Op weg naar de begraafplaats schreef ik dit kort gedichtje, als herinnering aan hem en tante Fien.
Niets kan sneller dan het licht, zei Einstein. Zeilend op lichtgolven zou de tijd stilstaan. In de sterren schijnt het verleden. Gedicht over relativiteit.
Gedicht: November. Met mijn schouders – de blik omlaag – groet ik de bomen achter mijn rug. Waar wind wervelend handjes laat zwaaien; verdord vaarwel
© 2023 Fasol — Ondersteund door WordPress
Thema door Anders Noren — Omhoog ↑