<< Dinsdag 12 december 1944

Tegen een uur of tien kwam de auto voor. We waren spoedig reisvaardig en nu ging het naar Oirlo. Daar aangekomen werden we met de grootste hartelijkheid ontvangen.

Donderdag 14 december 1944

Uit het dagboek van Rees van Opbergen-Peters: Jet en ik waren er goed en wel toen de familie Van Els af kwam zakken met elf man. Leuke familie. Enige kinderen. Tillie de jongste is pas vijf, een wijsneus. Ik vind het echt leuk dat ze hier zijn.



Zaterdag 16 december 1944

16 december was het begin van het  Ardennenoffensief. Het plan van het Ardennenoffensief was om via de Belgische Ardennen de Maas over te steken en dan op te trekken naar Antwerpen en Brussel om zodoende de geallieerde troepen in tweeën te splitsen.

Mathieu: ‘Theo Peters was hoofd van de school in Oirlo. Hij is na de oorlog gedeputeerde van Limburg geworden. Ze hadden 11 kinderen. Ze hadden een groot huis, we sliepen allemaal gewoon in de slaapkamers. Wij kenden die mensen goed. Toon zat op het gym, hij was een jaar ouder dan Jan. Ik heb daar mijn eerste vriendinnetje gehad; Henriëtte. Toen Vader terug kwam uit Duitsland was hij volslagen over zijn toeren: hij was emotioneel en bang, hij was helemaal kapot. Pas tijdens de bevrijding, bij Peters, kwam hij weer wat bij zijn positieven. Ook Moeder had veel spanningen. Het was een gevaarlijke tijd. Vader heeft het later nooit meer over de trein en zijn ervaringen gehad.’

Paul: ‘Het klikte buitengewoon tussen beide gezinnen. Samen waren wij met 25 personen. Het was erg gezellig.’

Theo: ‘In het veld tegenover het huis van Peters lag een batterij van heel zware artillerie (4 kanonnen?). Wij gingen als kinderen daar vaak naartoe. De enige dagen dat vanaf die plek onafgebroken werd geschoten, was in de tijd van het bruggenhoofd. Overigens, wij ‘schuupten’ als kinderen heel wat af in die dagen. Aanvoerder daarbij was meestal, in mijn herinnering, Eed Peters. Die knutselde ook met munitie: hij vulde een grote artilleriegranaathuls met springstof, drukte er aan de voorkant een grote rubberen stop op en hield dan een lont aan de onderkant (waar het springhoedje gezeten had). Dat liep gelukkig goed af: de rubberen prop vloog er met een enorme knal af. We gingen ook wel halve dagen naar school op een gegeven moment, voorbij de artilleriebatterij in een groot kippenhok. Daar was, meen ik, ’s zondags ook de Mis…’

Maandag 18 december 1944 >>

 

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.