Nicolaus Vernulaeus (Nicolas de Vernulz) werd geboren in het (Belgisch)-Luxemburgse dorp Robelmont in 1583.
Vernulaeus geldt als een van de belangrijkste neolatijnse toneelschrijvers in de Nederlanden. In Leuven bestond een academisch theater, dat in de figuur van Nicolaus Vernulaeus een begaafd en internationaal gerespecteerd tragicus bezat. Hij bracht bij voorkeur figuren uit de middeleeuwse en moderne geschiedenis op de planken, zoals Jeanne d’Arc, Thomas More en Albrecht Wallenstein.
De meerderheid van zijn geschriften ligt echter op het gebied van welsprekendheid, politiek, zedenkunde, Romeinse antiquiteiten, enz.
‘Rhetorum Collegii Porcensis inclytae Academiae Lovaniensis orationes’ is een verzameling van onder zijn leiding uitgewerkte toespraken. Het werd meer dan honderd jaar gebruikt als oefen- en voorbeeldboek.
Vernulaeus schreef diverse werken over de Habsburgse keizers. Terwijl verschillende rijksdelen zich los wilden maken van het Rijk, beschreef Vernulaeus het Rijk als een vredige, katholieke eenheid. De belangrijkse geschriften op dit gebied zijn ‘Apologia pro Augustissima Gente Austriaca’ (1635), drie boeken ‘De Virtutibus Gentis Austriacae’ (1640) en het posthuum verschenen ‘Historia Austriaca Gentis Augustissimae’ (1651). Hierin probeert de keizerlijke en koninklijke historiograaf Vernulaeus een rechtvaardiging te geven voor het bestaan van het Habsburgse rijk. Zijn aandacht gaat vooral uit naar het verleden; de actuele politiek gaat hij uit de weg.
Tenslotte is hij bekend van ‘Academia Lovaniensis. Ejus origo, incrementum, forma, magistratus, facultates, privilegia, scholae, collegia, viri illustres, res gestae’ (1657), een geschiedenis van de universiteit van Leuven.
Vernulaeus studeerde bij Justus Lipsius en doceerde later zelf te Leuven. Hij volgde Puteanus op als professor in Latijnse taal en retorica aan het Tri-Lingua College aan de universiteit van Leuven. In 1632, 1644 en 1645 was hij decaan aan de universiteit. Vele jaren was hij rector van het Leuvense Collège de Porc.
Hij overleed in Leuven in 1649. De betekenis van Vernulaeus is niet zozeer als geleerd onderzoeker, maar vooral als elegant beheerser van de Latijnse stijl en leraar in de welsprekendheid. De retorica was het eigenlijke uitgangspunt van zijn literaire activiteiten.
Enkele werken
– Henricus octavus seu schisma Anglicanum (1624).
– Discertationum politicarum stylo oratorio explicatarum (decas prima) (1629).
– Oratio ad studiosam iuventutem (1635).
– Laudatio funebris imperatoris Ferdinandi II (1637).
– Triumphus ob caeseos ad Calloam Batavos a rhetoribus (1638) .
– Virtutum augustissimae gentis Austriacae (1640).
– Discertationum politicarum stylo oratorio explicatarum (decas secunda) (1646).
– Observationum politicarum ex Corn. Taciti operibus syntagma (1651).
– Epitome historiarum ab orbe condito ad haec usque tempora per monarchias quatuor deducta (1654).
– Academia Lovaniensis. Ejus origo, incrementum, forma, magistratus, facultates, privilegia, scholae, collegia, viri illustres, res gestae (1657).
– De arte dicendi (1658).
– Rhetorum Collegii Porcensis Inclytae Academiae Lovaniensis Orationes (1671)
Een biografie van Vernulaeus verscheen in 1677 in ‘Memoriae philosophorum, oratorum, poetarum, historicorum et philologorum nostri seculi clarissimorum renovatae decas prima (- nona)’ van Henning Witte:
‘Catalogus librorum bibliothecae Nicolai Vernulaei’ is de catalogus van de veiling van de bibliotheek van Vernulaeus. Dit boek was lange tijd verloren gewaand. Het waarschijnlijk laatste exemplaar werd in 2003 teruggevonden in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel en in facsimile heruitgegeven.
Ga naar: Oude boekdrukken
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.