Op de op 14 augustus jl. door de TROS uitgezonden documen­taire ‘Het Grote Heimwee’ over de Duitse en Poolse ‘Heimatvertrie­benen’ na de Tweede Wereldoorlog is stevige kritiek geuit. Er is gesproken over “sjoemelen met de feiten”, “lichtvaardigheid en oppervlakkigheid”, en “een neiging tot geschiedvervalsing”.

In een poging een bijdrage te leveren aan de discussie wil dit stuk een moment stilstaan bij de vraag in hoeverre de documen­taire een “verwrongen beeld van de werkelijkheid” geeft, en het wil tevens ingaan op enkele onvolledigheden die de film vertoont.

Een verwrongen beeld van de werkelijkheid ?

Vrijwel iedereen zal, als hij op de middelbare school een beetje heeft opgelet tijdens de geschiedenisles, globaal bekend zijn met de grenscorrecties die na de Tweede Wereldoorlog met betrekking tot Polen en Duitsland zijn uitgevoerd. Niet iedereen zal echter precies weten welke gebieden vroeger Duits en nu Pools of Russisch zijn, vandaar dit korte résumé: van Oost-Pruisen (rond de stad Königsberg -nu Kaliningrad) kwam het noordelijk gedeelte aan de Sovjet-Unie en het zuidelijk deel aan Polen. Gebieden die in zijn geheel aan Polen kwamen zijn Oost-Pommeren en Silezië, waarbij de Oder-Neiße de Pools-Duitse grens werd. Oost-Polen kwam aan de Sovjet-Unie. Als idee bestonden deze maatre­gelen al tijdens de Conferentie van Yalta, definitief besloten tot uitvoering werd in Potsdam.



Uit deze maatregelen vloeide voort de volksverhuizing van miljoenen Duitsers en Polen. De grote persoonlijke ellende waarmee dit gepaard ging is het eigenlijke onderwerp van de documentaire. Vrijwel de gehele documentaire bestaat dan ook uit interviews met zowel Duitse als Poolse verdrevenen die hun eigen verhaal vertel­len.

Iemand die op zoek is naar een objectief verhaal over deze geschiedenis is, zonder onrecht te willen doen aan de waarde van de afschuwelijke herinneringen van de slachtoffers, gedoemd bedrogen uit te komen. Herinneringen van slachtoffers zijn immers per definitie subjectief.  Men kan dit de makers van de documentaire natuurlijk niet verwijten. Het is natuurlijk niet verboden, het kan zelfs zeer verhelderend zijn om mensen die de geschiedenis zelf ondervonden, aan het woord te laten.

Het gaat echter mis als men, deze subjectieve methode hante­rend, de pretentie heeft objectief te zijn. En dat gebeurt in deze documentai­re, doordat men, aan de hand van subjectie­ve be­schrijvingen van de gebeurtenissen, ze vervolgens gaat verklaren.

Dit leidt tot een aantal merkwaardige resultaten. Eén van de meest opvallende is wellicht de uitspraak van Dr. H. du Buy (volken­recht), die voor de camera’s verhaalt hoe Churchill persoon­lijk besloot naar Dresden gevluchte Duitsers af te slachten door opdracht te geven tot het beruchte bombardement op die stad, waarbij Du Buy Churchill de woorden “we zullen die vluchtelingen braden” in de mond legt. Van Westendorp heeft op 22 augustus in deze krant al uitgelegd hoe een zetfout aan de oorsprong stond van deze “misleiding” door Du Buy.

Hiermee is uiteraard niet gezegd dat de bombardementen op Dresden alleen een militair doel dienden. Integendeel, ze waren, zoals blijkt uit de wijze waarop ze uitgevoerd werden, bedoeld om de burgerbevol­king te vernietigen. Zodoende zijn ze dan ook een oorlogs­misdaad van de eerste orde. Tevens waren ze bedoeld om de Russen te laten zien dat men aan het Oostfront kon opereren, en tenslotte bestond de idee dat door middel van dit soort totale bombardementen de oorlog verkort kon worden, door de Duitse leiding onder druk te zetten en paniek te zaaien onder de vluchtende Duitsers zodat het leger moeilijker zou kunnen terugtrekken. Eén ding kan men echter nooit staande houden: dat de vluchte­lingenpro­blematiek de directe oorzaak was van het Dresdner bombarde­ment.

Een laatste punt in dit kader betreft het mooi weer spelen van de ‘makers’ met betrekking tot de verzoening tussen Duitsers en Polen. Vroeger, tijdens de Koude Oorlog waren de contacten tussen Polen en Duitsers erg moeizaam, maar tegenwoordig gaat het erg goed, zo wordt ons wijs gemaakt. Zo krijgen we tegen het eind van de film beelden te zien van Duitsers die hun vroegere Heimat bezoeken, die samen met Polen naar de kerk gaan (waardoor het geloof de beide groepen tot elkaar brengt, zo wordt betoogd, vergetend dat de Duitsers veelal Luthers zijn en de Polen katho­liek), en krijgt de film een ‘happy end’ aan de hand van een mooi symbolisch verhaal over een ooievaar die vriendschap heeft gesloten met de Polen zoals ze eens vriendschap sloot met de Duitsers.

Welk een schril contrast met de resultaten van opiniepei­lingen die april 1990 openbaar werden! We doen een kleine greep uit de cij­fers: van de Polen vond toen 90 % de Duitsers machtshongerig, 88 % vond hen egocentrisch, 87 % verwaand, 83 % aggressief. Slechts 12 % vond hen vreedzaam, 34 % had een algemeen positief oordeel over de Westduit­sers, en 22 % had dat over de Oostduitsers. Indien men hierbij betrekt hoeveel Duitsers voorstander zijn van herstel van de Duitse grenzen van 1937, dan kan men, uiteraard op individu­ele gevallen na, toch moeilijk spreken van algemene verzoening tussen Polen en Duit­sers.

Hiaten

Dan nu een tweede punt: onvolledigheden in de film. Die bestaan hierin dat gedurende de gehele documentaire de Duitse eenwor­ding niet eenmaal wordt genoemd. De film zou evengoed gemaakt kunnen zijn in 1989 als 1991. Dit voorbijgaan aan de actualiteit is met name hierom een onvergeeflijke fout, omdat het Duitse eenwor­dingsproces de aandacht weer gevestigd heeft op de voormalig Duitse gebieden.

Uit bovengenoemde enquête is gebleken dat 80 % van de Polen de Duitse eenheid gevaarlijk vond. In hoeverre was deze vrees terecht, met andere woorden: hoe sterk zijn de (nog bestaande?) Duitse claims op de voormalig Duitse gebieden?

In Potsdam werd bepaald dat de regeling ten aanzien van de Duitse gebieden zou gelden “tot er een Duits vredesverdrag is”. De DDR erkende in 1950 de onaantastbaarheid van de Oder-Neiße grens. In 1970 erkende de Bondsrepubliek in een bilateraal verdrag met Polen de westelijke staatsgrens van Polen. In het verdrag werd echter toege­voegd dat het niet kon vooruitlopen op een toekomstig vredesverdrag met Duitsland. Het Westduitse constitutionele Hof bepaalde in 1973 dat Duitsland in volkenrechtelijke zin bestaat binnen de grenzen van 1937.

Het Bundesverband der Vertriebene (BdV) in Duitsland telt twee miljoen leden. Zodoende vormen zij electoraal een belangrijke groep, waarop met name de Republikaner mikken. Op 8 november 1990 werd het Pools-Duitse grensverdrag ondertekend. De Oder-Neiße grens werd door Duitsland geaccepteerd als prijs voor de eenheid. Zomaar voorbijgaan aan deze problematiek geeft een film als deze toch een erg oppervlak­kig karakter.

Conclusie

De documentaire ‘Het Grote Heimwee’ is de eerste die ingaat op het probleem van de Duitse en Poolse vluchtelingen van na de Tweede Wereldoorlog. De documentaire laat persoonlijke verhalen zien van slachtoffers, maar doet dit op zodanige wijze, dat subjec­tiviteit en objectiviteit met elkaar verstrikt raken. Hierdoor ontstaat inderdaad ‘een verwrongen beeld van de geschiedenis’.

Een tweede verwijt dat gemaakt kan worden is het totale voorbijgaan aan de actualiteit, vooral ten aanzien van de Duitse eenwording. De documentaire wordt hierdoor verregaand onvolledig.

Een laatste verwijt betreft het geforceerde ‘happy end’, wat nauw samenhangt met het in het eerste punt gesignaleerde mankement. De kijker ‘hoop voor de toekomst geven’ heeft niets te maken met een objectieve reportage, wanneer men die hoop maar met zo weinig reden kan uiten.

Paper in het kader van de studie Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen, Universiteit Utrecht, februari 1992.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.