Toespraak, geschreven voor Jan Kees de Jager bij de ceremoniële eerste slag door Harry Mulisch. De munt wordt uitgegeven ter gelegenheid van het feit dat het dit jaar 150 jaar geleden is dat het boek “Max Havelaar” van Multatuli verscheen.
Het is 150 jaar geleden dat de Max Havelaar verscheen. Dat is de reden dat wij vandaag deze herdenkingsmunt slaan. Ik zeg, net als iedereen: de Max Havelaar. Maar dat is wel bijzonder. Er zijn maar heel weinig boeken waarbij we dat óók doen.
Bijvoorbeeld De Gijsbrecht en de Camera Obscura. Een heel bijzonder boek dus. De Max Havelaar is bovendien, voorzover ik weet, tot nu toe de enige romanfiguur waaraan een munt is gewijd.
Dat is niet voor niets. Er is geen boek in de Nederlandse literatuurgeschiedenis dat zoveel invloed heeft gehad, van politiek tot de ontwikkeling van de Nederlandse literatuur.
En natuurlijk voor de koffiehandel!
Het feit dat het bekende keurmerk voor eerlijke handel de naam ‘Max Havelaar’ draagt, onderstreept die betekenis nog eens.
Kortom: 150 jaar Max Havelaar verdient een herdenking!
Waarom doen we dat met een munt? Eigenlijk om Douwes Dekker terug te betalen.
Het leven van Eduard Douwes Dekker was bepaald niet gemakkelijk. Als zijn pseudoniem koos hij niet voor niets ‘Multatuli’: ‘Ik heb veel gedragen’, of vrij vertaald: ‘ik heb veel geleden’.
En waar leed hij dan onder? Een van de problemen waar hij onder leed was een permanent gebrek aan geld. Daarom bracht hij maanden, jaren door op een zolderkamertje om de Max Havelaar te schrijven. Dat is overigens de manier waarop iedere goede ondernemer begint!
Die geldnood heeft ons – de lezers die na hem kwamen – een grote schat opgeleverd. Een boek dat ons aanzet tot rechtvaardigheid, een boek dat ons doet streven naar ‘magt om goed te doen’ zoals Multatuli het zelf ergens verwoordt.
Het is dus wel een vorm van gerechtigheid dat wij als dank daarvoor hem terugbetalen met een speciale munt die aan zijn meesterwerk is gewijd.
Het is ook mooi dat één van onze grootste schrijvers van de 19e eeuw hier wordt geëerd door één van de grootste schrijvers van de 20e eeuw, Harry Mulisch. Een heel bijzonder moment!
Ik hoop dat u er weer bij kunt zijn als we over 50 jaar een munt slaan voor 200 jaar Max Havelaar. Want, u hebt immers zelf gezegd: “Het feit dat ik doodga, moet eerst nog bewezen worden.”
Mijnheer Mulisch, ik wil u graag van harte uitnodigen nu de eerst slag te verrichten.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je deze website in stand houden. Steun fasol.nl met een donatie op NL87ASNB8821079104 t.n.v. Antiquariaat Fasol, onder vermelding van ‘Donatie fasol.nl’.